“Puur focussen op dat wat je kunt controleren. Al het andere onbelangrijk proberen te maken”, zei Pepijn Lijnders in een interview met de Volkskrant. Een wijze uitspraak. De voormalig hoofdtrainer van NEC en assistent-trainer van Jürgen Klopp bij Liverpool FC behaalt grote successen met zijn club. Control the Controllables is misschien wel het belangrijkste principe in de hedendaagse sportpsychologie. Maar hoe hedendaags is dit principe eigenlijk?
Liverpool FC is de succesvolle ploeg uit de fameuze City of Music in het noordwesten van Engeland, met in de gelederen de Nederlandse smaakmakers Virgil van Dijk en Georginio Wijnaldum. Vorig seizoen (2019) werd de Champions League veroverd, en momenteel gaat de ploeg met kop en schouders aan de leiding in de loodzware Engelse Premier League. Er zijn vele verklaringen voor dit succesverhaal (kwaliteit, hard werken, alles zit mee, etc.), waarvan er één door Pepijn Lijnders wordt uitgelicht: de focus van het team op controleerbare factoren.
Control the Controllables is een kernprincipe van veel hedendaagse (sport)psychologische stromingen. Dat wil zeggen, als je optimaal wilt presteren, richt je dan op de factoren waarop je zelf invloed kunt uitoefenen, zoals je techniek, inzet en tactische keuzes. En accepteer de dingen waarover je geen controle hebt, zoals de weersomstandigheden, beslissingen van de scheidsrechter, of wat de pers schrijft.
Stoïcijnse filosofen
De oorsprong van deze wijsheid gaat ver terug, namelijk naar de Stoïcijnse filosofen uit de klassieke oudheid. Eén van de meest invloedrijke Stoïcijnse filosofen is Epictetus. De eerste zin in zijn fameuze Zakboekje Enchiridion (overigens samengesteld door zijn leerling en bewonderaar Arrianus) betreft het uitgangspunt van de Stoïcijnse filosofie: “Sommige dingen heb je in eigen hand, andere dingen niet.”
Die Stoïcijnse controle, of onverstoorbaarheid, is niet alleen belangrijk omdat negatieve gevoelens als angst, onrust, jaloezie, verdriet en woede onprettig zijn. We hebben er ook last van omdat ze disfunctioneel zijn. Ze tasten ons oordeelsvermogen aan en staan zodoende effectieve vervolgacties in de weg. De kans op een succesvolle doelpoging is niet zo groot als we angstig, geïrriteerd of onrustig zijn. Als we jaloers, rancuneus of woedend zijn, dan zijn we in het algemeen niet goed in staat om het teamproces positief te beïnvloeden.
Lees verder op het SportScience blog van Nico van Yperen, hoogleraar Sportpsychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Hoofdfoto: Liverpool vs Barcelona [4-0], Champions League, Halve finale-tweede helft (7 mei 2019), George M. Groutas, via Flickr.