Ken je het verhaal van Sint Nicolaas? En dan bedoel ik niet de Sint die op zijn schimmel op 5 december cadeautjes rondstrooit. Onze sinterklaas heeft zijn wortels in de middeleeuwen. De geschiedenis van zijn dode lichaam is misschien wat macaber en niet zo heel geschikt voor een kinderfeest. Maar het verhaal geeft een mooi inkijkje in de middeleeuwse omgang met relieken, de zo gekoesterde restanten van heilige mannen en vrouwen.
De miniatuur hierboven is de opening van het verhaal van de relieken van Sint Nicolaas in de Mirroir Historiael, een soort Middeleeuwse encyclopedie. We zien links drie handelaren uit de Italiaanse havenstad Bari, gewapend met een piek en gekleed in harnas en met helmen. Duidelijk vechtersbazen. Zij kijken toe hoe drie monniken (herkenbaar aan hun zwarte pijen en hun tonsuur) in de weer zijn met twee botten en een schedel. De monniken knielen rondom een sarcofaag waar ze de botten uithalen en neerleggen op een rood kleedje met gouden accenten. Iets chics, waarin je de botten van een belangrijke heilige op stand kunt vervoeren. Dit tafereel speelt zich af in een soort gotisch kerkgebouwtje.
De heilige roof
De miniaturist heeft hier een scène afgebeeld uit het verhaal van de furta sacra (de heilige roof) van de relieken van Nicolaas. Het verhaal wil dat in 1087 een groep van ruim zestig zeelieden uit Bari naar Myra, een plaats in het huidige Turkije, toog om het lichaam van Nicolaas uit zijn graf te roven. Ze weerstonden Saracenen, bedreigden de geestelijken die het lichaam bewaarden, trotseerden een boze menigte inwoners van Myra en wisten zo uiteindelijk de relieken te bemachtigen. Eenmaal terug in Bari werden ze als helden ontvangen.
Nicolaas was een van de populairste heiligen in de middeleeuwen. Het verhaal van de roof van zijn stoffelijke resten is dan ook vele malen opgetekend en overgeschreven. Het manuscript, een handgeschreven boek, waarin de miniatuur bij het verhaal van Nicolaas is opgenomen. dateert uit circa 1400. Dus ruim tweehonderd jaar na de roof van de restanten. Het verhaal was ook in de vijftiende eeuw nog onverminderd populair.
Luister ook naar de podcast De heiligman in de zak in het programma Tijdgeest bij de VPRO. Met mediëvist Sanne Frequin, historica Carolina Lenarduzzi, pastoor Hendrik Hoet en archeoloog Michel Groothedde. Presentatie: Julie Blussé.
Reliekenhandel
Je vraagt je wellicht af, en niet geheel onterecht, wat deze mannen bezielde om meer dan achthonderd kilometer heen en terug te varen, op zoek naar de stoffelijke resten van een lang overleden heilige. Aan deze relieken van Nicolaas werden bijzondere krachten toegeschreven, net als aan de restanten van andere middeleeuwse heiligen. De heilige was een tussenpersoon, iemand die bemiddelde tussen Christus en de gelovige. Iemand die voorspraak kon verlenen.
God kon de lichamen van heiligen na hun overlijden nog inzetten om invloed uit te oefenen door middel van allerhande wonderen. Relieken waren dus meer dan stoffelijke resten van heiligen – ze waren heiligen. Ze konden spreken, bloeden, huilen, genezen en straffen.
De bijzondere status van relieken als wonderdoeners dreef de vraag op. Op een wonderdoend reliek van een belangrijke heilige kwamen pelgrims af en een goed reliek gaf zo status aan een kerk, stad of klooster. Dit mechanisme creëerde een enorme markt voor relieken. En waar een vraag is, is aanbod meestal niet ver weg… De handel in relieken werd booming business.
Een nieuwe context
Terug naar onze Barinese lijkschenners. Zij kochten hun relieken niet bij een handelaar, ze roofden ze. Waarom zeilden zij de Middellandse zee over om botten te stelen? Relieken waren veel dichter bij huis ook gewoon te koop. De zeelieden ondernamen hun gevaarlijke reis met een zeer goede reden.
Door de obstakels die zij moesten overwinnen om de botten in handen te krijgen, kregen de relieken nog meer waarde bij hun thuiskomst. Bedenk dat een reliek in wezen niet veel meer was dan een verzameling stoffige botjes. Het is de context die er voor zorgde dat men een reliek ging vereren. De rijkversierde reliekhouder, de rituelen, het heiligenverhaal en natuurlijk de verhalen over de wonderen die door het reliek werden verricht.
Zo moeten we dit furta sacra-verhaal ook lezen. Het bood een nieuwe context, een frame, aan een reliek dat uit zijn oorspronkelijke context was gestolen. De ontberingen van de zeelieden dreven de waarde op. We kunnen dit beschouwen als een marketingsausje. Als we dit vertalen naar onze tijd kunnen we dit frame ook plaatsen. Vrijwel elk nieuw product, van pindakaas tot sokken, voorzien reclamemakers van storytelling. Een prachtig verhaal dat het product bijzonder maakt.
Aardse motieven
Voor een havenstad die het voor een groot deel moet hebben van overzeese handel en oorlog, was Nicolaas als patroonheilige van de zeevaarders een hele interessante heilige om de relieken van te bezitten. Maar de roof uit Myra was niet alleen religieus geïnspireerd. De zeelieden hadden ook politieke en economische motieven voor hun diefstal.
De havenstad Bari verkeerde in de elfde eeuw in zwaar weer. Na een hevige oorlog was de stad in handen gevallen van de Normandiërs. Door de gevechten had de graanproductie van de stad een gevoelige klap opgelopen en was een belangrijke bron van inkomsten weggevallen. Zoals vaker het geval is, was ook hier de een zijn dood de ander zijn brood. Concurrerende stad Venetië sprong fluks in het gat dat Bari achterliet.
Pelgrimage als verdienmodel
De Baresi moesten dus een nieuwe bron van inkomsten vinden. Bijvoorbeeld door zich te ontwikkelen tot een belangrijk pelgrimsoord. Een plek waar reizigers, middeleeuwse toeristen, relieken kwam bezoeken. Bij de bouw van de pelgrimskerk voor de relieken hield men al rekening met aanzienlijke menigten bezoekers. En ze hadden succes. Al drie jaar later was Bari de vertrekhaven voor schepen die meededen aan de eerste kruistocht. De kruisvaarders baden in de kathedraal bij de relieken van Nicolaas voor een behouden vaart.
In de middeleeuwen trok de basiliek duizenden bezoekers en ook in de eeuwen erna zijn de relieken van Nicolaas onverminderd populair gebleven. Zelfs vandaag de dag kun je ze bezoeken in Bari. Ze lekken nog steeds een wonderdoend manna, dat ieder jaar op 9 mei wordt afgetapt. Ook als moderne pelgrim kun je hier, bijna 1000 jaar later, nog steeds flacons met de wonderwater van Sint Nicolaas kopen.
Literaire traditie
Het verhaal over de roof van de relieken van Nicolaas staat niet op zichzelf. Er zijn legio verhalen bewaard gebleven waarin wordt verteld over de roof van de lijken van middeleeuwse heiligen. Die verhalen heten translationes en vormen een eigen literaire traditie die reliekdiefstallen beschrijft. Er zijn circa honderd van dergelijke verhalen overgeleverd die geografisch te scheiden zijn. Lijken werden geroofd uit Rome, uit Normandië en Brittannië en tot slot uit Antiochië (waaronder ook onze diefstal van de botten van Nicolaas viel). De bekendste is ongetwijfeld de roof van het lichaam van de evangelist Marcus uit Antiochië door Venetiaanse handelaren.
Deze verhalen zijn geen ooggetuigenverslagen. Ze zijn onderling inwisselbaar. In elk verhaal spelen dezelfde motieven. De heilige geeft in een visioen aan te willen verhuizen. Er zijn altijd onwillige monniken, die het lichaam in eerste instantie niet wilden afgeven maar na enige dwang tot inkeer komen. En bij de opening van de tombe verspreidden zich heerlijke, bedwelmende geuren.
City marketing
Dat de verhalen geen betrouwbare verslag zijn, betekent niet dat de translationes nooit hebben plaatsgevonden. Deze verhalen hebben simpelweg nooit als doel gehad de roof natuurgetrouw te beschrijven. Ze vormden een reclamepraatje. Een middel een nieuwe context te creëren voor het reliek. De diefstal werd goedgepraat en de heldenverhalen aangedikt. Het was een aanmoediging voor pelgrims om van de wonderen van het reliek te komen profiteren. Een sterk staaltje city marketing avant la lettre.
Meer lezen? Patrick J. Geary, Furta Sacra. Thefts of Relics in the Central Middle Ages, Princeton 1991.
Herkomst afbeeldingen:
Hoofdfoto: Miniatuur Furta Sacra Sint Nicolaas. Vincent of Beauvais, Le Miroir Historial (Vol. IV), 1400-1410. © Koninklijke Bibliotheek Den Haag, KB, 72 A 24, fol. 38r
Kreupelen en zieken genezen bij de tombe van Nicolaas in Bari. Gentile da Fabriano (c. 1425), altar San Niccolò Oltrarno, Florence. National Galery of Art, Samuel H. Kress Collection, National Gallery Washington.
Link:
Sint Nicolaasbasiliek Bari. Foto Ra Boe, via Wikipedia Commons)