Afgelopen september was ik op werkavontuur naar Chili. Daar gaf ik een lezing over vroege herkenning van psychische klachten op een congres voor hulpverleners en studenten, en een college over psychopathologie op de universiteit. Maar zelf heb ik ook veel geleerd. Bijvoorbeeld hoe anders het is om psychische klachten te hebben in Chili vergeleken met Nederland.

Ik bevond me in het Chileense Talca, drie uur rijden ten zuiden van Santiago, op ruim 12.500 kilometer van mijn eigen huis. Ik keek uit op de besneeuwde toppen van de Andes. Ik was uitgenodigd door een collega die werkt aan een netwerk voor het tijdig opsporen van psychische klachten bij jongeren.

Hij organiseerde een congres waar hulpverleners uit de omgeving kwamen, psychiaters die vertelden over hun ervaringen, en studenten die later in dit veld wilden gaan werken. Het hele congres was in het Spaans. Er was een tolk die mijn lezing naar het Spaans vertaalde voor de andere bezoekers en alle andere lezingen juist naar het Engels. Speciaal voor mij. Ik voelde me net een rockstar met deze speciale behandeling.

Geen kwestie van alles of niets

Ik vertelde over het idee dat psychische klachten geen kwesties zijn van alles of niets, maar een heel spectrum van ernst kunnen beslaan. Ook vertelde ik over het belang van het tijdig herkennen van psychische klachten. Dan kan er, als het nodig is, op tijd hulp worden geboden. Een heel theoretisch verhaal. De rest van de dag hoorde ik andere lezingen die dezelfde boodschap uitdroegen, maar nu verteld vanuit het klinische perspectief van twee psychiaters. Wat was het inspirerend om deze verhalen uit de praktijk te horen. Helemaal omdat ze gingen over de praktijk in een land dat ik helemaal niet ken.

In Chili moeten veel mensen omgaan met zaken waarvan we weten dat ze een rol spelen bij het ontstaan van psychische klachten. Die zijn niet eenvoudig op te lossen, zoals onveilige leefsituaties (bijvoorbeeld contact met geweld of drugs in de omgeving) of armoede. In Chili heerst een enorm taboe op psychische ziekten, meer nog dan in vele andere landen. Waarom dit precies is, is niet helemaal duidelijk.

Stigma van psychische klachten

Bovenop de psychische klachten zelf, moeten mensen omgaan met het stigma dat er vaak mee samengaat. Stigma wordt vaak onderverdeeld in publiek stigma en zelf-stigma. Beide soorten omvatten drie componenten: denken in stereotypes (over een groep of over jezelf), vooroordelen (het eens zijn met die stereotypes) en discriminatie (handelen naar deze vooroordelen).

Het ervaren van stigma kan leiden tot gevoelens van hopeloosheid of verslagenheid. Die kunnen een negatieve invloed hebben op het dagelijks functioneren en het vervullen van je rol in de maatschappij. Bijvoorbeeld als partner of werknemer. Gelukkig zijn er ook aanwijzingen dat stigma uit te dagen is en dat minder stigma ook kan bijdragen aan een betere uitkomst. Campagnes als Hey – het is oké helpen ook om publiek stigma uit te dagen.

Tijdig ingrijpen

Nog even terug naar Chili. ’s Avonds na het congres vertelde mijn gastheer me over hoe hij in zijn vroege jaren als behandelend psycholoog op bezoek ging bij ernstige psychiatrische patiënten. Soms woonden deze mensen zo ver van de broodnodige zorg en de bewoonde wereld, dat hij urenlange reizen moest maken om bij hen te komen. Vaak moest hij dan het laatste stuk ook nog te paard afleggen. En dat nog maar een jaar of tien geleden! Zelfs (of juist?) bij deze verhalen straalden zijn ogen van enthousiasme. Ik bewonderde hem diep voor zijn toewijding aan zijn werk. Zulke mensen maken het verschil.

Deze verhalen uit de praktijk hebben mij er weer op gewezen hoe belangrijk het is om tijdig in te kunnen grijpen bij vroege psychische klachten. Ook maakten die me duidelijk dat de context waarin dingen zich afspelen zo belangrijk is. Niet alleen voor de praktijk (hoe zet je een behandeling in) maar ook voor onderzoek (welke factoren neem ik daarin mee). De gedrevenheid en motivatie van de clinici en onderzoekers om de situatie voor mensen met psychische nood te verbeteren, vond ik inspirerend. De vastberadenheid van de studenten om bij te dragen aan een betere toekomst gaf mij ook weer hernieuwde energie.

Op de laatste dag vroeg een studente verlegen of ze met me op de foto mocht. Het rockstar-gevoel was compleet!