Druk. Het lijkt bijna wel een standaardantwoord op de vraag ‘Hoe gaat het met je?’ We ervaren ons leven en werk als druk. Dit geldt ook voor artsen. Artsen die een hoge werkdruk ervaren, hebben meer kans op burn-out klachten. Ook zijn ze vaak negatiever over hun bereidheid en vermogen om door te werken. Dit blijkt uit wetenschappelijk onderzoek van Evelien van Leeuwen (UMC Utrecht en Universiteit Utrecht, Bestuurs- en Organisatiewetenschap) en collega’s.

Een groot deel van de Nederlandse beroepsbevolking heeft geregeld last van burn-out klachten. Leeg voelen aan het eind van een werkdag, emotioneel uitgeput zijn en ’s ochtends vermoeid voelen, zijn voorbeelden van burn-out klachten. Volgens data van het CBS (2019) heeft een op de vijf Nederlandse werknemers en een op de vier werkenden in de categorie ‘artsen, therapeuten en gespecialiseerd verpleegkundigen’ minstens meerdere keren per maand last van burn-out klachten.

Onderzoek naar de werkbeleving van artsen

Samen met Johan Kuyvenhoven (MDL-arts, Spaarne Gasthuis Haarlem), Toon Taris (Universiteit Utrecht, Sociale Wetenschappen), en Marc Verhagen (MDL-arts, Diakonessenhuis Utrecht) heb ik onderzoek gedaan naar de werkbeleving van 238 Nederlandse Maag-, Darm- en Leverartsen (kortweg: MDL artsen). We hebben werkbeleving onderzocht aan de hand van: 1) werkkenmerken zoals autonomie en werkdruk, 2) burn-out klachten, namelijk de mate waarin artsen uitputting ervaren, en 3) duurzame inzetbaarheid, namelijk de mate waarin artsen door kunnen en door willen werken tot de pensioenleeftijd als arts.

We hebben artsen twee vragenlijsten voorgelegd over deze aspecten, met acht maanden ertussen. Van deze groep is ongeveer de helft vrouw, de gemiddelde leeftijd is 45 jaar en 77 procent heeft de functie van medisch specialist, terwijl 23 procent werkt als arts-assistent.

Werkdruk oorzaak nummer 1

Bovenstaande alarmerende cijfers van burn-out klachten onder artsen, komen overeen met data uit ons onderzoek. Wij vonden dat een op de vier medisch specialisten en een op de drie arts-assistenten maandelijks of vaker kampt met burn-out klachten. Deze ongunstige welzijns-scores voor het welzijn van Nederlandse werknemers in het algemeen, en artsen in het bijzonder, maken het belangrijk om de oorzaken hiervan te achterhalen. Hierdoor kan gericht actie worden genomen om enerzijds de kans op burn-outs te verkleinen en anderzijds de kans te vergroten dat medewerkers hun werk blijven voortzetten.

Een hoge werkdruk, in termen van lange werkdagen, blijkt voor artsen de nummer 1 oorzaak van het ontwikkelen van burn-out klachten. Daarnaast laten de resultaten zien dat een hoge emotionele werkdruk kan resulteren in meer burn-out klachten. Een voorbeeld hiervan is bijvoorbeeld de omgang met veeleisende patiënten. Een arts vertelde tijdens het onderzoek dat hij het lastig vindt om de confrontatie aan te gaan met patiënten die angstig of geïrriteerd zijn vanwege het risico op een coronabesmetting. Emotionele werkdruk kan ook voortkomen uit het meemaken van ingrijpende gebeurtenissen, zoals het stellen van een ernstige diagnose bij patiënten die op korte termijn zullen overlijden.

Voorspellers van duurzame inzetbaarheid

Naast de oorzaken van burn-outs is gekeken naar voorspellers van het vermogen en de bereidheid van artsen om hun werk voort te zetten. Kortweg: duurzame inzetbaarheid. Ook hier blijkt werkdruk een belangrijke rol te spelen. Uit de uitkomsten blijkt dat naarmate artsen een hogere werkdruk ervaren, zij minder positief zijn over hun duurzame inzetbaarheid.

Resultaten laten verder zien dat autonomie een belangrijke voorspeller is van duurzame inzetbaarheid. Naarmate artsen meer autonomie ervaren, zijn zij meer geneigd om door te werken. Hieruit blijkt dus dat zowel werkdruk als autonomie belangrijke werkkenmerken zijn voor de duurzame inzetbaarheid van artsen.

Veeleisende werkomgeving: ‘Het is leuk, maar te veel’

Artsen werken in een veeleisende werkomgeving en geven aan een hoge werkdruk te ervaren. Volgens hun contract werken MDL-artsen gemiddeld 39 uur. In de praktijk blijkt dat ze hier ver overheen te gaan. In feite geven MDL-artsen aan gemiddeld 49 uur per week te werken.

Meerdere artsen laten in gesprekken weten dat een hoge werkdruk ervoor zorgt dat zij minder plezier in hun werk hebben. Een arts geeft aan dat zijn werkplezier afneemt gedurende de dag: “Ik heb altijd zin in de dag. Maar dan gedurende de dag is er zoveel werk aan het eind van de dag nog over dat ik denk, mijn to-do lijst is nog te lang.”

Een andere arts vertelt een vergelijkbaar verhaal: “Ik heb heel veel plezier in mijn werk, elke dag. Maar de dag wordt altijd te lang. En dan aan het eind van de dag, dan denk ik was ik maar een uur eerder gestopt. Dus het is leuk, maar te veel.”

Uitval van artsen voorkomen

De uitkomsten van dit onderzoek benadrukken het belang van aandacht voor een hoge werkdruk en autonomie, om burn-outs te voorkomen en duurzame inzetbaarheid te stimuleren. Om dit voor elkaar te krijgen, kunnen enerzijds aanpassingen aan het systeem worden gegaan. Anderzijds kunnen werkenden binnen dat systeem beter ondersteund worden om daarmee om te gaan.

Ten eerste is een structurele verlaging van de werkdruk van artsen een voorbeeld van een aanpassing in het systeem. Bijvoorbeeld door na te gaan hoe de administratieve lasten van artsen verminderd kunnen worden. Dat is iets waar al lange tijd onvrede over bestaat. Daarnaast is het in de medische wereld ongebruikelijk om je uit te spreken over een te hoge werkdruk. Open met elkaar in gesprek over de ervaren werkdruk, is belangrijk in de zoektocht naar oplossingen.

Openstaan voor artsen die parttime willen werken is ook belangrijk. Acceptatie van deze keuze, en deze mogelijkheid bieden, kan belangrijk zijn voor artsen die minder willen werken. Nu is de keuze om parttime te gaan werken vaak onaantrekkelijk. Omdat dit vaak betekent dat hetzelfde werk in minder uur wordt gepropt, of omdat collega’s dan harder moeten rennen. Als parttime werken ingezet wordt als middel om het werk beter vol te houden, dan is het belangrijk dat iemand ook daadwerkelijk minder tijd aan zijn werk hoeft te besteden. Hierdoor ontstaat ruimte in het team om een andere collega aan te nemen.

Betere ondersteuning

Ten tweede kunnen artsen beter ondersteund worden in hoe zij met een hoge werkdruk om kunnen gaan. Artsen zijn hoog opgeleid en hebben jarenlang gestudeerd voor hun zorgtaken. In die jaren is er echter nauwelijks aandacht voor hoe zij om kunnen gaan met een hoge werkdruk, hoe zij hun werk efficiënt kunnen organiseren en hoe zij een gezonde werk-privé balans kunnen creëren. Artsen die trainingsprogramma’s volgen gericht op de organisatie van het werk en de omgang met een veeleisende werkomgeving, kunnen hierbij helpen. Uit eerder onderzoek is namelijk gebleken dat artsen die zo’n trainingsprogramma volgen, ook daadwerkelijk actiever aan de slag gaan om werkdruk te verlagen. Dat komt uiteindelijk hun welzijn en prestaties ten goede.

Kortom, hoge burn-out percentages maken de urgentie pijnlijk duidelijk. Aandacht voor de omgang met een hoge werkdruk en het behouden van autonomie is extra belangrijk in veeleisende werkomgevingen zoals die van artsen. In een tijd waarin ‘druk’ een automatische reactie is op de vraag hoe het met je gaat, valt er nog wat te winnen op weg naar een burn-out vrije samenleving.

Meer weten? Het volledige onderzoek Burn-out and employability rates are impacted by the level of job autonomy and workload among Dutch gastroenterologists staat vrij toegankelijk online.

Fotocredits:

Hoofdfoto: tungnguyen0905 via Pixabay