Terwijl wij in Nederland opgelucht ademhalen omdat we weer een terrasje kunnen pakken, is de realiteit voor het overgrote deel van de wereldbevolking heel anders. Door de covid-19-pandemie zien we de mondiale ongelijkheid pas goed. In Europa en de VS zijn vooral de sociaal lagere klassen, vaak met een migratieachtergrond, het hardst getroffen door het virus zelf en de economisch malaise die het veroorzaakt. Voor de economisch minder ontwikkelde landen was er nog hoop dat het warmere klimaat en de relatief jongere bevolking de schade van de crisis zouden beperken. Maar de eerste berichten ‘uit het veld’ laten die hoop grotendeels vervliegen.

Vanwege hun beperkte medische faciliteiten besloten de meeste overheden van economisch minder ontwikkelde landen al in een relatief vroeg stadium tot een volledige lockdown. Iedereen heeft waarschijnlijk de beelden wel gezien van de volksverhuizing die dit veroorzaakte in – onder meer – India. Of de surveillerende pantservoertuigen in verschillende steden in Marokko om mensen hun huizen in te jagen. Die harde lockdown was misschien wel een verstandig besluit. Zeker vanwege het verloop van de crisis in Europa en de VS.

Kleinschalige landbouw

Maar wat betekent die economische stilstand voor de bevolking in deze landen? De VN-organisatie voor Handel en Economische Ontwikkeling (UNCTAD) verwacht dat deze economieën extra hard getroffen zullen worden. Mensen in deze landen zijn voor een groot deel afhankelijk van daglonen voor verrichte arbeid, zonder de luxe van verlofregelingen of een volle spaarrekening. Zij zullen dus direct minder geld te besteden hebben en voor velen zal dit mogelijk grote gevolgen hebben voor hun eerste levensbehoeften.

Om deze gevolgen in kaart te brengen, doen wij (zie disclaimer) onderzoek naar de effecten van de crisis op huishoudens die afhankelijk zijn van kleinschalige landbouw in Algerije, India, Marokko en Zimbabwe. Onze hoop is dat wij met dit onderzoek ontwikkelingsbeleid beter kunnen afstemmen op de korte- en langetermijnbehoeften van deze families.

Koolvelden in Zimbabwe

Koolvelden rotten weg in Zimbabwe (Foto: Tavengwa Chitata)

Levensonderhoud

Nu al is duidelijk dat het inkomen van deze boerengezinnen drastisch is afgenomen. Zelfs voor families die nog wel op hun land kunnen werken en de oogst kunnen binnenhalen. Immers, de boerenmarkten zijn veelal gesloten en transport tussen dorpen en steden ligt zo goed als stil. Dit betekent dat boeren hun oogst niet kunnen verkopen. Opeten dan maar? Dit zou een welkome meevaller zijn, ware het niet dat veel boeren al lang geen voedsel meer produceren.

Gedwongen door decennia van neoliberaal beleid in de agrarische sector, groeien er op de velden onder andere bloemen, katoen of veevoer. Producten die bestemd zijn voor de internationale markt. Daar waar boeren wel voedselgewassen verbouwen, draagt de oogst slechts beperkt bij aan hun voedselzekerheid. Dit komt door monocultuur en de beperkte verwerkingsindustrie ter plaatse. Eet maar eens, al of niet samen met je dorp, een hele oogst watermeloenen of kool op. Daarom verrotten veel oogsten op het land of worden gedumpt voor veel lagere prijzen.

Plannen voor het nieuwe teeltseizoen

Door de aanhoudende onzekerheid over de duur van de lockdown en of er een tweede uitbraak van het virus zal volgen, is het plannen voor het aankomende teeltseizoen lastig. Moeten de boeren investeren in het planten van hun gewassen met alle bijkomende kosten? Of nog maar even afwachten wat er komen gaat? In dat laatste geval moeten zij nog een heel seizoen zonder inkomsten uit de oogst overbruggen.

In India zijn de boeren in een dorp waar wij onderzoek doen, inmiddels weer overgestapt van het cultiveren van bloemen naar de teelt van gewassen voor eigen consumptie zoals gierst, pinda’s, bonen en uien. Althans, de boeren in het dorp die eigenaar zijn van de landbouwgrond en die het zich nog kunnen veroorloven om zaden voor de gewassen en de benodigde meststoffen te kopen.

Bij een goede oogst kunnen ze hopelijk nog wat verkopen, maar de opbrengsten zullen minimaal zijn. Dit zal hun toekomstige investeringen in landbouw ernstig beperken. In Marokko en Zimbabwe kunnen boeren nu al niet meer hun gewassen irrigeren, omdat ze geen geld meer hebben voor benzine voor hun waterpompen. De sporadische regenval zal dus bepalen of zij dit jaar kunnen oogsten. En helaas lijkt het dit jaar ook nog eens erg droog te worden.

Kleinschalige landbouw India

Boeren op het veld in India (Foto: Irene Leonardelli)

Positie van alleenstaande vrouwen

Vooral alleenstaande vrouwen op het platteland zijn extra hard getroffen door de coronacrisis. Door patriarchale machtsverhoudingen hebben alleenstaande vrouwen vaak geen directe toegang tot eigen land. Hierdoor werken zij relatief vaak als landarbeider voor andere boeren tegen betaling van dagloon. Door de lockdown is dit niet langer toegestaan en/of is er minder werk beschikbaar.

Bovendien moeten alleenstaande moeders door het sluiten van de scholen ook nog zorgen voor hun kinderen. Die extra taak maakt het nagenoeg onmogelijk om andere economische activiteiten te ontplooien. Door allerlei bureaucratische beslommeringen komen veel vrouwen niet in aanmerking voor steun van de overheid tijdens deze crisis. Zij hebben bijvoorbeeld niet de juiste papieren om voedselhulp te krijgen, of zijn afhankelijk van hun mannelijke familieleden voor gesubsidieerde zaden en mest. Getrouwde vrouwen komen er economisch gezien misschien iets beter vanaf, maar in deze landen lijkt de lockdown ook samen te gaan met stijgende cijfers van huiselijk geweld.

Bewegingsvrijheid

In Marokko en Algerije lijkt de (eerste) piek in het aantal corona-besmettingen voorbij en bouwen de overheden stapje voor stapje de lockdown af. Hopelijk komt die nieuwe bewegingsvrijheid op tijd om bestaande samenwerkingsverbanden in stand te houden. De afgelopen jaren is veel geïnvesteerd door ngo’s in het opzetten van coöperaties om samenwerking en economische bedrijvigheid op het platteland te bevorderen. Er zijn bijvoorbeeld coöperaties opgezet om de sociale en financiële zelfstandigheid van vrouwen te bevorderen door gezamenlijk brood te bakken en konijnen te fokken. Nu er geen inkomsten zijn, is de toekomst van deze samenwerking onzeker.

In India stijgt het aantal besmettingen nog steeds in rap tempo. Desondanks heeft de overheid ook hier de lockdown versoepeld. Het is simpelweg economisch niet haalbaar voor de bevolking om langer thuis te blijven. Ook in Zimbabwe blijft de situatie precair en wordt de afweging tussen honger hebben of ziek worden steeds reëler. Een grootmoeder die zorgt voor haar vijf verweesde kleinkinderen vertelde ons dat zij niet langer op haar land durfde te werken uit angst voor covid19. Haar kleinkinderen zullen dit jaar daardoor nog minder te eten krijgen.

Boeren in Zimbabwe

Afstand houden tijdens het verdelen van stekjes in Zimbabwe (Foto: Tavengwa Chitata)

Saamhorigheid

Wat ons onderzoek gelukkig ook laat zien, is hoe inventief en samenhorig veel boerengemeenschappen zijn. Er zijn talloze initiatieven ontstaan om elkaar te ondersteunen en vangnetten opgetuigd voor de hardst getroffen gezinnen. Bijvoorbeeld in dorpen in Algerije is een systeem opgezet om hamsteren van graan en meel tegen te gaan. Daarnaast zorgen vrijwilligers dat alle gezinnen toegang blijven hebben tot deze levensmiddelen.

In Marokko organiseren jonge landbouwarbeiders zich online om werk te vinden. Zij zijn voornamelijk gespecialiseerd in de teelt van watermeloenen en proberen met hun kennis en werklust boeren uit de brand te helpen. Ook wordt er geld ingezameld voor voedselpakketten voor de allerarmste gezinnen.

In India is een heel netwerk van maatschappelijke organisaties en vrijwilligers actief om – voornamelijk vrouwelijke – landarbeiders en boerinnen te ondersteunen tijdens deze crisis. Dit netwerk zet vooral in op voorlichting en het uitdelen van beschermende middelen en voedselhulp. Daarnaast bieden ze een veilig onderdak voor landarbeiders die onderweg naar hun oorspronkelijke thuis gestrand zijn in regionale steden. Ook onderzoeken zij samen met boeren hoe het komende teeltseizoen het best benut kan worden.

Versterken van veerkracht

Deze inspirerende initiatieven zijn enorm belangrijk, maar roepen ook vragen op. Wie is uiteindelijk verantwoordelijk voor deze ellende? Onder het motto van het versterken van de veerkracht van lokale gemeenschappen, worden het risico en de verantwoordelijkheid steeds meer afgeschoven op de allerarmsten.

Veel ontwikkelingssamenwerking is er nu op gericht om hen te leren om beter met tegenslagen om te gaan. Maar onder andere Brits onderzoek laat zien dat deze focus op eigen veerkracht essentieel onderdeel is van neoliberaal beleid.

Juist deze covid19-pandemie is een uitgelezen kans voor wetenschappers om de gevolgen van dit gekozen beleid aan een groter publiek duidelijk te maken. Hopelijk dan zullen mensen zich realiseren dat rampen zoals deze niet onvermijdelijk zijn, maar samenhangen met de uitbuiting van de natuur en de maatschappij waarop het neoliberale beleid gestoeld is.

Disclaimer:
Dit blog is gebaseerd op onderzoek gedaan door een collectief van onderzoekers in de verschillende landen: Sneha Bhat (SOPPECOM), Seema Kulkarni (SOPPECOM), Irene Leonardelli (IHE Delft), Isha Thorat (Independent Researcher), Amine Saidani (ECA), Farah Hamamouche (ECA), Lisa Bossenbroek (TARGA-Aide), Hind Ftouhi (TARGA-Aide), Zakaria Kadiri (TARGA-Aide), Tavengwa Chitata (Sheffield University), Margreet Zwarteveen (IHE Delft), en Jeltsje Kemerink-Seyoum (IHE Delft). Het onderzoek wordt deels gefinancierd door NWO en DGIS.

Fotocredits:
Hoofdfoto: Een boer in Marokko met oogst van watermeloenen (Foto: Mohamed Jawhar)

Koolvelden rotten weg in Zimbabwe (Foto: Tavengwa Chitata)

Boeren op het veld in India (Foto: Irene Leonardelli)

Afstand houden tijdens het verdelen van stekjes in Zimbabwe (Foto: Tavengwa Chitata)