Twee producenten van een coronavaccin maakten de afgelopen week veelbelovende resultaten bekend. Het vaccin van Pfizer heeft een effectiviteit van 90 procent. Die van Moderna scoorde zelfs nog hoger: 94 procent. Omdat een goedwerkend vaccin de meest kansrijke weg uit deze crisis is, is er reden tot juichen. Toch is het zaak om na te denken over aansprakelijkheid voor eventuele (uitzonderlijke) bijwerkingen van een coronavaccin.

Vaccins komen in Nederland pas beschikbaar na goedkeuring door het Europees Geneesmiddelenagentschap (EMA). Het Agentschap beoordeelt een vaccin op kwaliteit en veiligheid. Maar gezien de snelheid waarmee farmaceutische bedrijven de nieuwe coronavaccins ontwikkelen, bestaat de mogelijkheid dat niet alle bijwerkingen van een vaccin (nu al) te voorzien zijn. Daarnaast vallen bijwerkingen, zo leert ook de ervaring bij vaccins die onder andere omstandigheden zijn gemaakt, nooit geheel uit te sluiten. Dat roept de vraag op wie aansprakelijk is als een vaccin op de lange termijn schadelijke bijwerkingen blijkt te hebben.

Omdat vaccinatie op grote schaal zal plaatsvinden, rusten in potentie aanzienlijke aansprakelijkheidsrisico’s op de producenten. Daarom bestaat vanuit de industrie de wens dat de overheid de schadeclaims op zich neemt. Het Algemeen Dagblad berichtte dat in Europees verband hierover met enkele farmaceuten al afspraken zijn gemaakt.

Beheersbare aansprakelijkheid

Toch is het niet nodig dat een geneesmiddelenfabrikant volledig buiten schot blijft. Zo bestaan er voldoende mogelijkheden om de aansprakelijkheid van producenten beheersbaar te houden. Een bijwerking alleen leidt niet meteen tot aansprakelijkheid van de producent. Daarvoor is meer nodig. Soms is een producent bijvoorbeeld pas aansprakelijkheid als hij niet of onvoldoende waarschuwt tegen mogelijke bijwerkingen. Anders gezegd, soms kan de producent volstaan met een waarschuwing tegen een bijwerking. Daarnaast is de producent normaliter niet aansprakelijk voor bijwerkingen die hij niet kan voorzien. Indien, zo luidt de toepasselijke norm, het voor de producent op grond van de meest geavanceerde stand van zaken in de relevante wetenschap en techniek onmogelijk is de bijwerking te ontdekken, dan gaat hij ‘vrijuit’.

Een eventuele reden om de producenten te ontzien, is de mogelijkheid dat de dreiging van aansprakelijkheid een remmende werking op de vaccinontwikkeling heeft. Wanneer de overheid de claims op zich neemt en/of de producent immuniteit tegen aansprakelijkheid krijgt, is deze dreiging niet meer aanwezig, zo is de gedachte. In dit concrete geval is dit argument minder sterk. De wens om over te gaan tot vrijwaring hangt immers nauw samen met het feit dat partijen versneld een vaccin ontwikkelen. Bovendien zijn de financiële opbrengsten aanzienlijk voor de partij die een werkend vaccin (als eerste) op de markt brengt.

Vertrouwen in een vaccin

Daartegenover staat dat het vertrouwen in een vaccin en in de ontwikkelaars/producenten daarvan, belangrijk is voor de vaccinatiebereidheid onder de bevolking. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) is de grootste bedreiging voor vaccinveiligheid, dus de mate waarin een vaccin daadwerkelijk bijdraagt aan het bestrijden van een ziekte, misinformatie over vaccins.

Gebrekkige en valse informatie leiden tot een kleinere vaccinatiebereidheid. Met het verlenen van ‘immuniteit’ aan een producent van een coronavaccin tegen aansprakelijkheid, kan de indruk ontstaan dat die zich ontdoet van zijn verantwoordelijkheid om een veilig vaccin op de markt te brengen.

Schadefonds

Om te voorkomen dat schadeclaims bij slechts één partij terechtkomen, ofwel de overheid ofwel de fabrikant, kan een schadefonds uitkomst bieden. De essentie van zo’n fonds is dat het voor slachtoffers gemakkelijker wordt om compensatie te krijgen. Tot nu toe zijn de belangen van het slachtoffer in Nederland beschermd via het productaansprakelijkheidsrecht. Dat wil zeggen dat een slachtoffer naar de rechter moet om de geleden schade vergoed te krijgen. Met de introductie van een schadefonds verandert dat en wordt het slachtoffer een gang naar de rechter bespaard.

Sommige Europese landen kennen al zo’n fonds, zoals Italië. Andere landen, zoals Duitsland, hebben een systeem waarin enerzijds de mogelijkheid bestaat tot het indienen van een productaansprakelijkheidsclaim, en anderzijds is in sommige gevallen een sociaalzekerheidsstelsel voor de slachtoffers beschikbaar. In Frankrijk worden claims primair afgehandeld via het productaansprakelijkheidsrecht. Vooral met betrekking tot een vaccin tegen hepatitis B zijn daar procedures gevoerd.

Solidariteit

Een belangrijk argument voor zo’n fonds is gerelateerd aan de ‘maatschappelijke solidariteit’. Het is in het belang van de volksgezondheid dat, zodra een vaccin beschikbaar komt, zoveel mogelijk mensen zich laten vaccineren. Het succes van een vaccin staat of valt immers bij de vaccinatiebereidheid van de groep. Hoe meer mensen zich laten inenten, hoe groter de kans dat het virus zich niet langer verspreidt. Met andere woorden, het komt aan op solidariteit van de hele bevolking om zich niet alleen voor hun eigen gezondheid te laten vaccineren, maar juist ook omwille van de gezondheid van anderen.

Deze solidariteit omvat óók de bereidheid om het risico te accepteren dat iemand schade ondervindt als gevolg van een (zeldzame) bijwerking. Als mensen die solidariteit vooraf van elkaar verwachten, dan geldt die solidariteit ook achteraf. Dat is zeker het geval wanneer de overheid vaccinatie (sterk) aanbeveelt en misschien op termijn zelfs vereist, en daarmee ook ‘vaccinatiesolidariteit’ verwacht.

Gedeelde verantwoordelijkheid

De instelling van zo’n schadefonds mag er niet toe leiden dat de producent geen financiële verantwoordelijkheid draagt voor vaccinschade. Het vullen van het fonds is een gedeelde financiële verantwoordelijkheid van zowel de overheid als de medicijnproducenten. Producenten nemen financiële risico’s bij het ontwikkelingen van vaccins. De bedrijven hebben dan ook recht om (een redelijke) winst te maken op een vaccin.

Bovendien is de behoefte van de producenten om duidelijkheid te krijgen over de financiële last van eventuele aansprakelijkheidsrisico’s gerechtvaardigd. Het verkrijgen van die zekerheid mag echter best iets kosten, juist omdat de producenten profijt hebben van een goedwerkend vaccin.

Beeld: Coronavaccin, Freepik