De hormoonbehandeling die transgender personen krijgen heeft geen effect op het risico op suikerziekte. Daarnaast heeft die slechts een beperkt effect op risicofactoren van hart- en vaatziekten. Dat blijkt uit het proefschrift van Daan van Velzen, dat hij op 28 januari 2022 verdedigt.

Brede heupen of grote spieren zijn een belangrijke reden voor transgender personen om te starten met gender bevestigende hormoonbehandeling. Deze hormoonbehandeling kan bij mensen tot enorme veranderingen in de verdeling en mate van vet- en spiermassa leiden. Mogelijk heeft een dergelijke verandering in lichaamssamenstelling ook effect op het risico op hart- en vaatziekten en suikerziekte.
In het proefschrift Cardiometabolic health in transgender individuals receiving hormone therapy dat ik op 28 januari verdedig, staat dit onderwerp centraal. In dit proefschrift is gekeken of hormoonbehandeling invloed heeft op risicofactoren voor hart- en vaatziekten en suikerziekte. Ook heb ik onderzocht of suikerziekte vaker voorkomt onder transgender personen die hormoonbehandeling krijgen.

Transgender personen voelen een verschil tussen het geslacht en het ervaren geslacht. Transvrouwen zijn geboren in het lichaam van een man, maar voelen zich vrouw. Bij transmannen is dit andersom. Transgender personen kunnen hormoonbehandeling ondergaan om het lichaam passend te maken bij het ervaren geslacht. Deze hormoonbehandeling leidt tot veranderingen in beharing, stemgeluid, borstgroei en de verdeling van vet- en spiermassa.

Figuur 2

Figuur 2: Grafiek van de diabetes-studie. De lijnen lopen relatief parallel. Diabetes komt bij transgender vrouwen en transgender mannen niet meer voor dan bij de rest van de bevolking.

Metabool syndroom

Deze veranderingen in lichaamssamenstelling kan mogelijk leiden tot het metabool syndroom.
Het metabool syndroom wordt gekenmerkt door het gelijktijdig voorkomen van enkele risicofactoren voor het krijgen van hart- en vaatziekten, zoals een hoge bloeddruk, hoger cholesterol en triglyceriden (‘slechte’ vetten) en een ongevoeligheid voor insuline. Mensen met dit syndroom hebben een verhoogd risico op het krijgen van hart- en vaatziekten en suikerziekte. Dit syndroom komt namelijk vaker voor bij mensen met overgewicht.

Uit de onderzoeken voor mijn proefschrift blijkt dat een jaar hormoonbehandeling bij transgender vrouwen nauwelijks effecten had op de bloeddruk. Bovendien bleek die behandeling juist gunstige effecten te hebben op het gehalte LDL-cholesterol (‘slecht’ cholesterol) en triglyceriden. Maar de hormoonbehandeling had ongunstige effecten op het HDL-cholesterol (‘goed’ cholesterol) en de gevoeligheid voor insuline.

Effecten

Deze ongunstige effecten worden waarschijnlijk veroorzaakt door het gebruik van cyproteronacetaat. Dat is een middel dat aan de hormoonbehandeling van transgender vrouwen wordt toegevoegd om de lichaamseigen productie van testosteron te onderdrukken. Wanneer transgender vrouwen een geslachtsoperatie ondergaan, waarbij de zaadballen worden verwijderd, is dit medicijn niet meer nodig. Op de lange termijn lijkt hormoonbehandeling met het vrouwelijk geslachtshormoon om deze reden geen schadelijke gezondheidseffecten te hebben met betrekking tot het metabool syndroom.

Bij transgender mannen vond ik geen belangrijk effect van een jaar hormoonbehandeling op de bloeddruk, ongunstige effecten op het cholesterol en triglyceriden en een verbetering van de gevoeligheid voor insuline. De waarden van cholesterol en triglyceriden veranderden richting de waarden die gevonden worden bij gezonde mannen in de algehele Nederlandse bevolking. Daarmee lijken die niet schadelijk te zijn voor de gezondheid.

Figuur 1

Figuur 1: veranderingen in de onderzochte parameters.
(SBD = bovendruk, DBD = onderdruk, TC = totaal cholesterol, LDL, HDL, TG = Trigylyceriden, HDL CEC = HDL functie, TBF = totaal lichaamsvet, VFAT = buikvet, HOMA-IR = maat voor insuline resistentie).

Suikerziekte

Het risico op suikerziekte onderzocht ik door te kijken naar het aantal transgender mannen en vrouwen dat na een langere periode van hormoonbehandeling suikerziekte kreeg. Vervolgens heb ik deze aantallen nauwkeurig vergeleken met de aantallen in de algehele bevolking. Zowel transgender vrouwen als transgender mannen kregen even vaak suikerziekte als mannen en vrouwen in de algehele Nederlandse bevolking. Het risico op suikerziekte lijkt bij langdurige hormoonbehandeling dus niet vergroot.

Ook de uitkomst van het onderzoek naar suikerziekte lijkt te passen bij het idee dat cyproteronacetaat insuline ongevoeligheid veroorzaakt. Dit middel wordt bij de meeste mensen alleen in de beginfase van hormoonbehandeling voorgeschreven. Op de langere termijn zal het middel dus weinig effect hebben op het krijgen van suikerziekte. Door de vervelende effecten op het HDL-cholesterol en insuline gevoeligheid – en met name het verhoogde risico op het krijgen van goedaardige hersentumoren bij langdurig gebruik – wordt het medicijn inmiddels niet meer als eerste keuze voorgeschreven.

Veilig voor transgender personen

Op basis van de bevindingen in dit proefschrift kan ik concluderen dat langdurige hormoonbehandeling veilig lijkt voor transgender personen. Desondanks publiceerde onze onderzoeksgroep recent een verhoogde sterfte bij zowel transgender vrouwen als mannen, waaronder ook sterfte door hart- en vaatziekten. Mede door de resultaten uit mijn proefschrift, zijn er op dit moment geen aanwijzingen dat deze sterfte wordt veroorzaakt door de hormoonbehandeling zelf, maar mogelijk wel door andere factoren van invloed op de gezondheid, zoals leefstijl en welzijn. Voor artsen blijft het daarom belangrijk om risicofactoren voor hart- en vaatziekten in deze groep te herkennen en tijdig te behandelen.

Daarnaast dient er meer aandacht te komen voor preventieve maatregelen, zoals stoppen met roken en meer lichaamsbeweging. Ten slotte adviseer ik artsen om terughoudend te zijn met het voorschrijven van cyproteronacetaat. Bij een gebrek aan alternatieve opties, dient in ieder geval een zo laag mogelijke dosering nagestreefd te worden.

Fotocredits:

De hoofdfoto en grafieken zijn afkomstig uit het proefschrift van Daan van Velzen. Met toestemming gebruikt.