‘Een wonder’, ‘een ware held’. Superlatieven schoten te kort in kranten en op social media voor de heldendaad van de aalmoezenier van de Parijse brandweer Jean-Marc Fournier. Deze Fransman stormde met gevaar voor eigen leven de Notre-Dame in om de kostbare relieken uit de brandende kerk te redden. Op Twitter is zelfs al zelfs om zijn heiligverklaring geroepen.

Dit zijn middeleeuwse toestanden in de positieve zin van het woord. Uit de twaalfde eeuw zijn talloze vergelijkbare verhalen overgeleverd over relieken die op wonderbaarlijke wijze aan de vuurzee ontsnappen. Het bekendste wonder is het verhaal van de Sainte Chemise (het onderkleed) van Maria uit de kathedraal van Chartres. Het wonderbaarlijke verhaal is opgetekend in de dertiende eeuw door Jean le Marchand.

Dit reliek was een van de meest geprezen relieken in twaalfde-eeuws Frankrijk. Het was een tweedegraads reliek, een reliek dat tijdens het leven in contact is geweest met het lichaam van Christus, Maria of een heilige. In dit geval zou Maria het onderkleed hebben gedragen tijdens de geboorte van Christus. Het werd geschonken aan de kathedraal door Karel de Kale in 876 en sindsdien in de kathedraal vereerd.

Sainte Chemise Chartres

Sainte Chemise Chartres (Bron: Wikipedia)

Maria beschermde de kerk waar haar onderkleed werd bewaard. Zo is het gebruikt bij de strijd tegen de Vikingen in 911. Volgens middeleeuwse auteurs bonden de strijders van Chartres het onderkleed aan een lans en droegen het mee de strijd in. Ook is het verhaal overgeleverd van een ridder uit Aquitaine die Chartres bezocht op pelgrimstocht. Hij raakte Sainte Chemise aan en vervolgens bleek zijn eigen onderkleed in de strijd ineens op wonderbaarlijke wijze onkwetsbaar te zijn geworden voor zwaardslagen.

Een allesvernietigend vuur

In de twaalfde eeuw viel ook de kathedraal van Chartres ten prooi aan een allesvernietigende brand. De geestelijken die in de kerk waren, vluchtten met de Sainte Chemise de crypte in. Zij kwamen drie dagen na de brand ongeschonden weer tevoorschijn. De symboliek achter die miraculeuze redding is niet te missen. De geestelijken verbleven drie dagen in de crypte, net als Christus drie dagen in zijn graf verbleef. Deze wonderlijke redding (wederopstanding zo je wilt) van de geestelijken was te danken aan Maria’s interventie.

De brand en de redding werden door de katholieke kerk handig ingezet. Hun boodschap was dat Maria door deze brand te kennen had gegeven dat de oude Romaanse kerk vervangen moest worden door een kathedraal in de allernieuwste bouwstijl: de Gotiek. En deze boodschap werd gehoord. In Chartres valt nu nog steeds een van de mooiste gotische kathedralen van Frankrijk te bewonderen. Met in de kerk nog steeds het heilige kleed van Maria.

Kathedraal van Chartres

De kathedraal van Chartres, gezien vanuit het oosten (Foto: Olvr via Wikimedia Commons)

Zingen voor de Notre-Dame

Terug naar de Notre-Dame. Want is hier ook hier sprake van goddelijke interventie? Daarover kan ik uiteraard weinig zeggen. Maar een wonder, dat de kathedraal gezien de omstandigheden veel minder beschadigd is dan gevreesd, is het zeker. Op maandag 15 april zongen en baden de mensen snikkend in de straten van Parijs voor een goede afloop. De volgende dag bleek dat de structuur van de kerk had standgehouden. De middeleeuwse beeldhouwers hebben goed werk verricht. Hun imposante stenen gewelven lijken het interieur van de kerk te hebben beschermd tegen de vlammen.

Brandweermannen als Jean Marc Fournier hebben met gevaar voor eigen leven vele kerkschatten uit de Notre-Dame gered. En de roosvensters, waarvan maandagavond iedereen dacht dat ze verloren waren, lijken de brand te hebben doorstaan. Symbool voor dit wonder is een van de eerste foto’s waarop, achter de rommel van de deels ingestorte viering, het hoofdaltaar vrijwel ongeschonden zichtbaar wordt. Op het kruis op het altaar valt een straal licht, waardoor het lijkt te gloeien.

Een middeleeuws verhaal

Deze week hebben kunstliefhebbers, gelovigen en dagjesmensen onbewust 850 jaar tijd overbrugd. De zorgen om de schatten van de kerk, de wanhoop over de brand die niet te stoppen leek en de angst voor onherstelbare schade zijn universele gevoelens. Alle ingrediënten die we kennen uit de middeleeuwse verslagen van branden zijn aanwezig, tot en met de wonderbaarlijke redding van de relieken. In het geval van de Notre-Dame in Parijs waren dat de doornenkroon, een splinter van het ware kruis en een nagel van het kruis. En natuurlijk de Notre-Dames eigen Sainte Chemise, de tuniek van de heilige Lodewijk IX, de dertiende-eeuwse koning van Frankrijk.

Tuniek Lodewijk

De tuniek van de heilige Lodewijk IX

Hopelijk volgt nu het volgende hoofdstuk in het middeleeuwse narratief. De reconstructie van de kerk. En dan liever niet als een prestigeproject in de allernieuwste bouwstijl. Laten we hopen op een internationale samenwerking tussen kunsthistorici, bouwhistorici en architecten. Een project met aandacht en respect voor de acht eeuwen geschiedenis die in de stenen van dit bijzondere bouwwerk besloten liggen.

Foto’s:
Hoofdfoto: De Notre-Dame van Parijs brandt (Foto: LeLaisserPasserA38, via Wikimedia Commons)
Sainte Chemise Chartres (via Wikimedia Commons)
Kathedraal van Chartres (Foto: Olvr, via Wikimedia Commons)