Bloggen is al meerdere malen dood verklaard. Toch raak ik steeds meer overtuigd van de potentie van het medium. En dan vooral in mijn eigen wetenschapsgezinde bubble. Het kan beroepsdeformatie zijn, maar ik zie de laatste tijd steeds meer blogsuccessen van wetenschappers voorbij komen.

Het is al enige jaren mijn stokpaardje: de emancipatie van de wetenschappers als wetenschapscommunicator. Mijns inziens is het delen van wetenschappelijke kennis met het brede publiek te belangrijk om aan de daarvoor aangestelde staf over te laten. Afdelingen communicatie zijn vaak zwaar onderbezet en moeten hun aandacht over soms duizenden wetenschappers verdelen. De selectie die ze hierdoor moeten maken tussen wie ze wel helpen en wie niet, is begrijpelijk maar onwenselijk. Wetenschappers hebben een belangrijke maatschappelijke functie als leveranciers van de feiten. Het is in ieders belang dat wetenschappers zich vrij kunnen uitspreken. Ook als hun onderzoeksresultaten hun universiteit onwelgevallig zijn, als ze misstanden in de wetenschap naar buiten brengen of als hun onderzoek buiten de ‘aandachtsgebieden’ van de communicatieafdeling valt.

De komst van het internet heeft het hen makkelijker gemaakt de publiciteit zelf te zoeken. Wetenschappers die hun verhaal kwijt willen aan een publiek buiten academia, zijn niet meer afhankelijk van anderen die de poort naar de buitenwereld bewaken. Iedereen kan vandaag beginnen met bloggen en via sociale media een eigen publiek bereiken.

Klimaatsceptici bestrijden

Vorige week zag ik een oproep daartoe voorbij komen in een artikel in het vakblad BioScience. Een team wetenschappers onder leiding van NIOO-KNAW nam blogs van klimaatsceptici onder de loep. Hierbij keken ze specifiek naar ijsberen en het zee-ijs. Klimaatsceptische blogs zeggen zich op wetenschappelijke feiten te baseren, maar ontkennen of verzwakken de wetenschappelijke bewijzen. Bovendien verwijzen ze vooral naar andere blogs en dan vooral het blog Polar Bear Science van Susan Crockford, een zelfbenoemde ijsbeerexpert die nooit in peer-reviewed bladen heeft gepubliceerd. Op haar blog spreekt Crockford overigens van wetenschappelijke verkrachting door de schrijvers van het artikel in BioScience.

De auteurs eindigen met een oproep aan wetenschappers om zich te mengen in het debat. Ze stellen dat wetenschappers niet alleen de professionele en morele verplichting hebben om het brede publiek te wijzen op de resultaten van hun onderzoek en de implicaties ervan, maar ook om actief desinformatie te bestrijden. Tegelijk constateren ze dat wetenschappers terughoudend zijn in het aangaan van discussies met klimaatsceptici. Ze worden er niet voor beloond door hun universiteiten en het publieke debat is niet zonder risico. De auteurs eindigen hun artikel met een oproep aan wetenschappers om de blogosphere te betreden en daar het gevecht om de publieke opinie aan te gaan.

Over de muur

Een groep wetenschappers die deze handschoen zeer actief oppakt, zijn de historici van de blog Over de muur. De bloggers die hieraan bijdragen, bestrijden wat ze zelf nepgeschiedenis noemen. In de afgelopen tijd zag ik een aantal zeer treffende voorbeelden voorbij komen. Zo wees Suze Zijlstra haar lezers erop dat het plaatje dat Thierry Baudet gebruikte om zijn ‘vlaggenschip van de Renaissancevloot’ te illustreren een Engels galjoen betrof. Sabine Waasdorp liet zien dat de Spaanse edelman, die in Amsterdam Zwarte Piet vervangt, een bloeddorstige slavenhandelaar was. En een drietal historici factcheckte de factcheckrubriek van NRC. De krant had de uitspraak dat er meer Europese slaven in Noord-Afrika waren dan zwarte slaven in Amerika onterecht als juist bestempeld. Opnieuw was het Thierry Baudet die met deze nepgeschiedenis aan de haal ging.

Nu kun je stellen dat dit soort wetenschappelijke blogs vooral worden gelezen door mensen die wetenschap een warm hart toedragen en daarmee alleen in de echoput resoneren. Dat is wellicht grotendeels zo, maar af en toe dringen de verhalen door in de massamedia. Onder de lezers van wetenschappelijke blogs bevinden zich ook journalisten die soms iets doen met wat ze in een blog van een wetenschapper lezen.

Zo haalde Tom-Jan Meeus in zijn column in NRC een uitspraak van de Groningse hoogleraar Janka Stoker aan. Stoker had die uitspraak gedaan in een post waarin ze het idee van een generatie millenials met unieke eigenschappen (zo zouden ze vooral op zelfontplooiing gericht zijn) naar het rijk der fabelen verwees. Bij Wetenschap.nu zagen we hiervan deze week een voorbeeld. Een post van Turkije-onderzoeker Petra de Bruijn over het succes van de theaterbewerking van Het Diner van Herman Koch leidde tot een nieuwsbericht op de website van NRC.

En reken maar dat wetenschappers via sociale media invloed uitoefenen. Meester hierin is de Leidse hoogleraar sociale geschiedenis Leo Lucassen. Via Twitter bestookt hij zijn ruim 9000 volgers continu met nieuws uit zijn vak, reacties op de actualiteit, opiniestukken en blogs. Onder hen bevinden zich mensen als Bas Heijne, Tom-Jan Meeus, Sheila Sitalsing, Nico Dijkshoorn, Ebru Umar en Wierd Duk. Als het over migratie gaat, moet je bij Lucassen zijn, weten ze op talloze redacties.

Waarheidsvinding

Ik ben geneigd in dit soort voorbeelden het succes van de samenwerking tussen wetenschappers en de journalistiek te zien. Wetenschappers en journalisten zijn als het goed is op hetzelfde uit: waarheidsvinding. En wetenschappers hebben als geen ander een scherp beeld op het stukje wereld waarin zij gespecialiseerd zijn. Daardoor herkennen zij nieuws voor het nieuws is en zijn ze als geen ander in staat nepnieuws (en -geschiedenis) te ontmaskeren.

Via een blog en bijbehorende distributiekanalen kunnen wetenschappers zelf in hun rol in de strijd om de publieke opinie stappen. In tegenstelling tot bijvoorbeeld een persbericht bereiken wetenschappers direct een breder publiek dan hun vakgenoten. Ze hoeven bovendien geen energie te steken in het overtuigen van persberichtenschrijvers en zijn niet afhankelijk van hun interpretatie en vertaalslag. Of de verhalen worden opgepikt door de massamedia is geen doel, maar een bonus die het bereik vergroot.

Ondersteun wetenschappers

Nu vind ik niet dat iedere wetenschapper moet gaan bloggen. Wie er geen zin in heeft, er geen tijd voor heeft, of het nut er niet van inziet, moet er niet aan beginnen. Wel geloof ik dat er in iedere vakgroep tenminste één wetenschapper zit met schrijftalent of de motivatie heeft het te ontwikkelen. Dat investeren in deze mensen (in de vorm van training en begeleiding) werkt, hebben we in de afgelopen maanden gezien op Wetenschap.nu. De leercurve is vaak indrukwekkend. Ik heb verhalen voorbij zien komen waarvan ik als wetenschapsjournalist moet toegeven dat ik ze niet zelf zou kunnen schrijven.

Dus ik sluit me graag aan bij de oproep in BioScience. Wetenschapper: kom op voor de feiten in het publieke debat. Als het bij je past, is bloggen een effectief middel. Hieraan zou ik nog een oproep aan het vak van de wetenschapscommunicatie willen toevoegen: ondersteun wetenschappers bij hun initiatieven tot het betreden van de publieke arena.

@import url(https://wetenschap.nu/wp-content/plugins/siteorigin-panels/css/front-flex.css); #pgc-3352-0-0 { width:100%;width:calc(100% – ( 0 * 30px ) ) } #pl-3352 .so-panel { margin-bottom:35px } #pl-3352 .so-panel:last-child { margin-bottom:0px } #panel-3352-0-0-0 a { color:#3cdceb } @media (max-width:780px){ #pg-3352-0.panel-no-style, #pg-3352-0.panel-has-style > .panel-row-style { -webkit-flex-direction:column;-ms-flex-direction:column;flex-direction:column } #pg-3352-0 .panel-grid-cell { margin-right:0 } #pg-3352-0 .panel-grid-cell { width:100% } #pl-3352 .panel-grid-cell { padding:0 } #pl-3352 .panel-grid .panel-grid-cell-empty { display:none } #pl-3352 .panel-grid .panel-grid-cell-mobile-last { margin-bottom:0px } }