Nederland heeft te maken met een wooncrisis. Een mogelijke oplossing om deze crisis te boven te komen, is het bouwen van duizenden nieuwe woningen. Projectontwikkelaars en waterschappen moeten niet vergeten dat het bouwen van deze woningen een nadelig effect heeft op het grondwater.

De vraag naar woningen is vele malen groter dan het aanbod. Het gevolg is dat duizenden mensen zich maandenlang (tevergeefs) suf zoeken op Funda en hun leven stilstaat. Uit het rapport ‘Staat van de Woningmarkt (2021)’ van het ministerie van Binnenlandse zaken blijkt dat tot 2035 meer dan een miljoen nieuwe woningen nodig zijn om aan de sterk stijgende vraag te kunnen voldoen.

Daniel Koerhuis, Tweede Kamerlid voor de VVD, draagt met de leus ‘Bouwen, bouwen, bouwen’ een mogelijke oplossing aan: de komende jaren moet door projectontwikkelaars en bouwbedrijven meer worden gebouwd. De (decentrale) overheden dienen dit zoveel mogelijk te faciliteren.

Bouwen op natte gronden kan niet

Een groot deel van Nederland ligt onder de zeespiegel. Veel bouwgronden zijn daardoor (erg) nat. Daarom moeten projectontwikkelaars deze gronden eerst bouwrijp maken voordat de bouw van de huizen kan beginnen. Die natheid heeft namelijk een negatieve impact op de draagkracht van de grond. Het bouwrijp maken van de bouwgronden gebeurt onder meer door het afvoeren van water. Dat kan tegenwoordig op verschillende manieren. Zo is een veelgebruikte methode de zogenoemde verticale drainage.

Bij de toepassing van verticale drainage worden verschillende afvoerbuizen (drains) in de ondergrond gestopt. Via deze afvoerbuizen stroomt het grondwater naar zogeheten watergangen, zoals beken en meren. Hierdoor verbetert de draagkracht van slappe en samendrukbare grondslagen zoals klei en veen en kan daar dus veiliger op worden gebouwd.

De grote vraag naar woningen in combinatie met de natte Nederlandse ondergrond, maakt het aannemelijk dat projectontwikkelaars de komende jaren veelvoudig gebruik maken van verticale drainage. Dit heeft negatieve gevolgen voor de grondwaterkwaliteit- en kwantiteit.

Met grondwaterkwaliteit duiden waterbeheerders de chemische toestand aan van het water. De bescherming van de grondwaterkwaliteit voorkomt dat (gevaarlijke) stoffen in het water terecht komen die zorgen voor verontreinigingen. Grondwaterkwantiteit is niets minder dan de hoeveelheid water. Door de grondwaterkwantiteit in de gaten te houden, zien waterbeheerders bijtijds of gronden te nat of juist te droog zijn.

De grondwaterkwaliteit

De kwaliteit van het water kan door de toepassing van verticale drainage op verschillende manieren in het geding komen. Ten eerste kan de kwaliteit van het grondwater in het geding komen. Om dat goed te kunnen begrijpen, is het belangrijk om eerst te weten waarvoor grondwater allemaal wordt gebruikt. Bijvoorbeeld voor landbouw. Zo gebruiken agrariërs in sommige delen van Nederland zoet grondwater om hun landbouwgronden te besproeien. Om dit te kunnen blijven doen, dient het water wel zoet te blijven. Grondwater is ook belangrijk voor de bescherming van groene (eco)systemen, zoals bomen en struiken.

Bij de toepassing van verticale drainage bestaat het risico dat zout water uit de ondergrond omhoog komt en zich mengt met het zoete grondwater. In dat geval wordt het grondwater brak, en daardoor is het niet meer bruikbaar voor bijvoorbeeld de landbouw.

Ten tweede kan de kwaliteit van het oppervlaktewater verminderen. Voorbeelden van oppervlaktewateren zijn meren, rivieren en beken. Het is goed mogelijk dat door de aanleg van verticale drains (schoon) grondwater omhoog komt en gedurende het afvloeien over de bodem vermengd raakt met verontreinigde stoffen. Het verontreinigde grondwater komt vervolgens terecht in het oppervlaktewater. Ook is de situatie denkbaar dat door verticale drainage zout grondwater (direct) omhoogkomt en ook terecht komt in het oppervlaktewater. Beide situaties hebben nadelige gevolgen voor de (chemische en ecologische) waterkwaliteit.

Grondwater Foto 3

De grondwaterkwantiteit

Die verticale drains kunnen niet alleen van invloed zijn op de grondwaterkwaliteit, maar ook op de grondwaterkwantiteit. Door het aanbrengen van de verticale drainage komt het grondwater op een natuurlijke wijze – dus zonder bijvoorbeeld een pomp – omhoog. Dit heeft zonder meer invloed op de stand van de grondwaterspiegel. Onder het grondwaterkwantiteitsbeheer valt overigens ook het tegengaan van verdroging. Ervan uitgaande dat bij verticale drainage er een aantasting plaatsvindt van de grondwatervoorraad (grondwater vloeit af naar oppervlaktewateren), kan grootschalige toepassing van deze activiteiten wellicht leiden tot minder grondwater onder bepaalde gronden, wat op termijn kan leiden tot verdroging.

De vraag is hoe de waterschappen de aanleg van verticale drains kunnen reguleren. Waterschappen zijn functionele overheden die er niet alleen op lokaal niveau voor moeten zorgen dat wij ‘droge voeten’ blijven houden, maar juist ook moeten garanderen dat de kwaliteit van al het water in ons land goed blijft. Deze belangrijke watertaken (of waterdoelstellingen) vloeien (dwingend) voort uit de wet. Op dit moment is dat de Waterwet en straks de Omgevingswet. Daardoor is regulatie door waterschappen verplicht wanneer de doelstellingen van het waterbeheer in het geding komen. Dat betekent dat het waterschap juridisch moet ingrijpen. Maar hoe werkt dat dan?

Juridische bescherming is nodig

De meest voor de hand liggende manier is door nieuwe regelgeving over de toepassing van verticale drainage in de zogeheten waterschapsverordening. Dat is een document waarin, onder het regime van de Omgevingswet, algemene regels staan die gelden binnen het beheergebied van een waterschap. Burgers en bedrijven zijn verplicht die regels na te leven. Zo kan het waterschap in de waterschapsverordening voor bepaalde ruimtelijke activiteiten bepalen dat daarvoor een vergunning moet worden aangevraagd. Ook kan die overheidsinstantie een meldplicht eisen voordat de werkzaamheden beginnen. Zonder een vereiste vergunning kan het waterschap handhaven.

Het is wel zo dat in een waterschapsverordening alleen regels mogen staan die te maken hebben met de wettelijke taken van de waterschappen, zoals de bescherming van de grondwaterkwaliteit- en kwantiteit. Omdat regels over de toepassing van verticale drainage de grondwaterkwaliteit- en kwantiteit beschermen, is het mogelijk om die in de waterschapsverordening op te nemen. Waterschappen moeten zich deze verplichting aantrekken en zo snel mogelijk beginnen met het bedenken van die regels. Daarmee voorkomen zij dat de wooncrisis leidt tot een grondwatercrisis.

Fotocredits:
Alle foto’s (c) iStock, met toestemming gebruikt