Een hardnekkige mythe over de geschiedenis van Zuid-Afrika is dat de kolonisten die zich in het binnenland vestigden, de Voortrekkers, een leeg land aantroffen. Die mythe klopt niet. Zuid-Afrika werd bewoond door gevarieerde samenlevingen. In het binnenland waren boerensamenlevingen met heuse steden gevestigd. Recent zijn die vergeten steden met nieuwe technieken ontdekt.

De mythe van een leeg land werd voor het eerst opgeschreven in de negentiende eeuw door ene W.C. Holden. De Apartheidsregering gebruikte die mythe maar al te graag om de status quo te legitimeren. Zo kon de regering rechtpraten dat een minderheid van 20 procent van de bevolking 87 procent van het land van Zuid-Afrika opeiste.

De leeg-land-mythe: apartheidpropaganda

De mythe stelt dat de boerensamenlevingen die in het oosten van Zuid-Afrika woonden, pas heel recent vanuit het noorden het land waren binnengetrokken. Ze zouden pas in Zuid-Afrika arriveren rond hetzelfde moment dat de Nederlandse koopman Jan van Riebeeck namens de VOC zijn verversingsstation aan de Kaap stichtte (1652). Bovendien zouden de blanke kolonisten die in de negentiende eeuw het centrale plateau, het Hoogveld, optrokken, een grotendeels leeg gebied aangetroffen hebben.

Beide zaken zijn niet waar.

Zuid-Afrika: Kraal met kudde vee

Kraal van de Khoi met kudde vee. (Jan Caspar Phillips 1727; Rijksstudio, Rijksmuseum Amsterdam)

Archeologisch bewijs

Door archeologisch onderzoek weten we dat de eerste boerensamenlevingen vanaf 200 jaar na het begin van de jaartelling Zuid-Afrika binnentrekken. Rond het jaar 300 wonen ze in de hele oostkant van het land tot aan de Indische Oceaan bij Durban. De Afrikaanse landbouwgewassen zijn ongeschikt om te groeien in het westen van het land en de droge delen van het binnenland. Daar wonen tot de Europese kolonisatie twee soorten samenlevingen.

We kennen er nomadische jager-verzamelaars, door de kolonisten Bosjesmannen genoemd. Maar we kennen ook pastoralisten. Dat zijn veehoeders met grote kuddes schapen en runderen. Die werden door de kolonisten hottentotten genoemd. En het waren deze samenlevingen met grote kuddes vee die een belangrijke reden vormden voor de VOC om een verversingsstation in te richten bij het huidige Kaapstad. Men hoopte door handel vee voor de schepen op doortocht te verkrijgen.

Verspreidingsgebied boerensamenlevingen

Kaart met de verspreiding van boerensamenlevingen in Zuid-Afrika rond 1600, gebaseerd op Vogel en Fuls 1999. (Kaart: Wikimedia Commons)

Terug naar de boeren in het oosten. Is het feit dat zij hier al lang wonen voor de westerse kolonisten landden nu nieuws? Nee. Dat weten we al lang. In de jaren 70 werd één van de belangrijkste dorpen uit de vroege IJzertijd ontdekt door de Nederlandse astronoom dr. Arnout van Genderen. Die werkte op de Leiden Southern Observatory bij het dorp Broederstroom. Hij ontdekte op het terrein ervan een nederzetting die hij bij Zuid-Afrikaanse archeologen meldde.

Die ontdekkingen haalden het nieuws. In Zuid Afrika en in Nederland. Daardoor meldde Trouw al in 1974 dat het leeg-land-idee in de sprookjesboeken thuishoort. Toch wordt de mythe, ook in Nederland, nog wel eens herhaald. In 2015 zelfs door een Kamerlid.

Staten en steden

In het noorden van Zuid-Afrika ontstonden al vanaf de elfde eeuw echte staten waarin een elite de controle over grote gebieden uitoefende. De vroegste van die koninkrijken, Mapungugbwe (1075-1220), had een hoofdstad net ten zuiden van de Limpoporivier. Haar gebied spreidde zich uit over delen van het noorden van Zuid-Afrika, het zuiden van Zimbabwe en het oosten van Botswana. De rijkdom van de elite blijkt wel uit hun kostbare grafgiften die archeologen ontdekten.

Gouden neushoorn

Gouden neushoorn, grafgift van een koning van Mapungubwe. (Bron: Wikimedia South African Tourism)

Later verplaatste het machtscentrum zich naar het noorden. Great Zimbabwe is één van de bekendste Afrikaanse monumenten. De koningen ervan heersten over grote delen van Zimbabwe. En Great Zimbabwe en Mapungubwe maakten deels uit van dezelfde handelsnetwerken als bijvoorbeeld Caïro en Constantinopel. Dat weten we doordat bijvoorbeeld glazen kralen die zijn gemaakt in India en het Midden Oosten, zijn aangetroffen op deze vindplaatsen, en ook elders in Zuid Afrika. In Mapungubwe is bijvoorbeeld ook Chinees aardewerk gevonden.

Hill Complex

Great Zimbabwe muur van het Hill Complex, het oudste deel van de stad. 9e – 13e eeuw. (Foto: Gerrit Dusseldorp)

Wisten de Voortrekkers dat het land bewoond was?

Dit wil niet zeggen dat de Afrikaners dit ook wisten toen ze het binnenland van Zuid-Afrika binnentrokken. Maar ook toen was bekend dat het land bewoond werd door boeren in goed georganiseerde samenlevingen.

Die Groot Trek begon in 1835. Maar naturalisten en zendelingen waren al eerder op het Hoogveld geweest. Martin Lichtenstein (1812) en William John Burchell (1824) beschreven een aantal grote (voor die tijd) steden in hun reisverslagen. Een afbeelding uit Burchells Travels in Southern Africa uit 1824 van de stad Litakong laat zien dat het hier zeker niet om een dorpje gaat.

Afbeelding Burchell

Afbeelding van Dithakong uit Burchell’s Travels in the interior of Southern Africa.

Verloren steden in Zuid Afrika

De negentiende eeuw in Zuid-Afrika was een bewogen tijd en veel samenlevingen raakten totaal ontwricht. Grensoorlogen tussen de Xhosa en de Britten, de Grote Trek van Afrikaners naar het binnenland, de Expansiedrang van Shaka Zulu, en de latere Zulu-oorlog zorgden voor enorme volksverhuizingen. Ook de stedelijke samenlevingen op het Hoogveld gingen ten onder.

En die steden raakten vergeten. Hoewel er geen jungle overheen groeide en de resten van muurwerk soms nog zichtbaar zijn, ging veel kennis verloren over het bestaan van die samenlevingen en de locatie van de steden.

Die worden pas nu herontdekt. Een spectaculaire ontdekking die in 2018 werd gedaan, is Kweneng. Die is met de zogenaamde LIDAR-techniek (Light detection and ranging) ontdekt. Door vanuit een vliegtuig met een laser het aardoppervlak te beschijnen en te meten hoe lang het duurt voor het teruggekaatste licht weer opgevangen wordt, zijn kleine hoogteverschillen in het landschap zichtbaar. Zo zijn in het natuurgebied Suikerbosrand vlakbij Johannesburg oude ruïnes over een groot gebied ontdekt. Hier stond een stad met meer dan 10.000 inwoners.

Geen leeg land

Mijn eigen onderzoek zich richt vooral op jager-verzamelaars (daarover een andere keer meer). Maar in mijn opgraving vinden we in de bovenste aardlagen ook vondsten die met boeren geassocieerd worden, zoals typische kralen van slakkenschelp. Boeren wonen over het algemeen niet in de grotten die ik opgraaf. Zo houd ik me nu bezig met de vraag of boeren deze grotten gebruikten in bijvoorbeeld tijden van onrust. Of dat de vondsten er door handel met jager-verzamelaars die vaker grotten gebruikten, terechtgekomen zijn.

Kralen van Achatina-schelp

Kralen van Achatina-schelp uit opgravingen in Umhlatuzana. (Foto: Gerrit Dusseldorp)

Hoe dan ook: In het Zuid-Afrikaanse binnenland liggen grote vergeten steden. Het bestaan van steden in het binnenland was bekend in de negentiende eeuw, nog voordat de Grote Trek begon. We hebben al decennia bewijs van de vroege aanwezigheid van die boerensamenlevingen in het land. Vandaar dat het erg gek is dat de leeg-land-mythe zo hardnekkig blijkt.

Fotocredits:
Kraal van de Khoi met kudde vee. (Jan Caspar Phillips 1727; Rijksstudio, Rijksmuseum Amsterdam) CC-0

Kaart met de verspreiding van boerensamenlevingen in Zuid-Afrika rond 1600, gebaseerd op Vogel en Fuls 1999. (Kaart Wikimedia Commons) CC-0
Gouden neushoorn, grafgift van een koning van Mapungubwe. (Foto: Wikimedia South African Tourism) CC-BY-2.0
Great Zimbabwe: muur van het Hill Complex, het oudste deel van de stad (9e – 13e eeuw). (Foto: Gerrit Dusseldorp) CC-BY-SA.
Afbeelding van Dithakong uit Burchell’s Travels in the interior of Southern Africa.
Kralen van de Achatina-schelp uit opgravingen in Umhlatuzana (Foto: Gerrit Dusseldorp) CC-BY-SA