Verguisd werd hij niet in zijn tijd, de Britse dierenschilder George Stubbs, maar helemaal serieus genomen werd hij ook niet. Een fascinatie voor het dier was binnen het Verlichtingsdenken niet ongewoon en toch was een vrije artistieke specialisatie in deze richting uitzonderlijk. Gek genoeg ook in Engeland. Vanuit de traditie van het paard in de Nederlandse schilderkunst past deze beter, moet het Mauritshuis gedacht hebben. Vandaar dat het Haagse museum dit jaar een unieke solotentoonstelling aan deze Engelse dierschilder wijdt. Want uitzonderlijk is het zeker: het is de eerste Stubbs-expositie op het Europese continent.
Het is een primeur. Juist nu Engeland en de Europese Unie in scheiding liggen, komt Whistlejacket van de gevierde dierschilder George Stubbs (1724-1806) voor het eerst naar het continent. Stiekem vraag je je af of de Britten dit sublieme werk ooit nog terug zullen krijgen, maar dat zal wel goed afgekaart zijn. Dit achttiende-eeuwse paardenportret dat stilistisch door zijn modernistische uitvoering herinnert aan Le Fifre (De Fluitspeler, 1866) van de Franse impressionist Edouard Manet (1832-1883) is van buitengewone kwaliteit. De achtergrond in beide portretten is namelijk leeg gehouden, waardoor het onderwerp als een knipsel naar voren springt.
Het doek is een absoluut hoogtepunt van de tentoonstelling, alleen al door het enorme portret van het renpaard (het meet 292 x 246 cm.) uit 1762. Een iconisch werk waarop Stubbs het dier steigerend en zonder berijder schilderde op staand formaat. Het is de eerste keer dat dit topstuk uit de National Gallery in Londen naar het vasteland van Europa komt.
Ruiterportretten
Nederlandse collecties kennen veel ruiterportretten: het paard ter ondersteuning van belangrijke heren in jacht en strijd. Ook in sculpturen worden mannen van statuur door deze viervoeter op een hoger voetstuk geplaatst. We kennen daarvan vele voorbeelden. Neem alleen al het beroemde witte paard met de lange manen waarop Prins Maurits paradeert. De trotse veldheer die Bucephalus had buitgemaakt op veldheer aartshertog Albrecht VII van Oostenrijk. Maar niet eerder werd een paard op een dergelijke manier, buiten de natuurlijke of historische context, afgebeeld.
Stubbs, afkomstig uit een andere tijd, benadert zijn onderwerp duidelijk moderner. Hij past zijn dieren niet in een anekdotische genrevoorstelling. Hij beeldt de paarden en profile af, zodat ze in volle lengte en met de individuele karakteristieke kenmerken goed uitkomen. Een meer encyclopedische afbeelding, zou je kunnen zeggen.
Nieuwe zienswijze
De menselijke elementen rondom het paard zijn randfiguren geworden en spelen niet langer een centrale rol in de voorstelling. Daardoor is het paard zelf het hoofdelement in de compositie en zijn de begeleiders gedegradeerd tot bijwerk. Dat is een nieuwe benadering.
Het Mauritshuis legt echter niet het verband of benoemt niet het verschil met deze specialisatie binnen de Nederlandse schilderkunst. En dat is jammer, want het museum bezit genoeg werken in de eigen collectie om de ontwikkeling van het ruiter- of paardenportret met de nieuwe zienswijze van Stubbs te verbinden. Neem alleen al de werken van de bekende zeventiende-eeuwse Nederlandse paardenschilder Philips Wouwerman (1619-1668). Toch is deze eerste tentoonstelling van George Stubbs in Nederland – zijn upcoming years: de jaren vijftig en zestig van de 18de eeuw staan op deze expositie centraal – een feit en doet recht aan de betekenis van deze Britse paardenschilder.
Dierschilderkunst als specialisatie
De specialisatie naar dierschilderkunst begint al eerder. Vanaf ongeveer 1600 krijgt deze een zelfstandige rol in de Zuidelijke Nederlanden. Kortrijk en Brussel zijn dan de steden die deze specialisatie uitdragen en verder brengen door de connectie met het Hof van de Habsburgse keizer Rudolf II in Praag (1552-1612).
Aanvankelijk wordt de bestaande kennis over het dierenrijk gebrekkig overgeleverd. Menagerieën, zoals die aan het hof van Rudolf II, bevatten goede voorbeelden. Maar typologieën van andere dieren bereiken het westen van Europa doorgaans door beschrijvingen of oppervlakkige tekeningen van zeevaarders. Kunstenaars maken daar hun voorstellingen van voor bestiaria, de eerste dierencyclopedieën. Bekend is daardoor de incorrecte afbeelding van de eerste neushoorn door Albrecht Dürer (1471-1528). Dürer moest het doen met de beschrijvingen die hij verkreeg in zijn midden-Duitse woonplaats Neurenberg.
George Stubbs hoefde niet ver te reizen om de inlandse paarden af te beelden. Zijn modellen verkreeg hij eenvoudig van de Britse elite en het zijn doorgaans beroemde paarden. Hun raszuiverheid, bijzondere schoonheid van het individuele exemplaar en uitzonderlijke prestaties, bezorgden de eigenaren een niet te onderschatten status. Ze konden pronken met de dieren en ze konden zelfs economisch gewin opleveren. Paardenfokkers wilden maar graag nazaten bezitten van zulke fraaie exemplaren. Deze mode zou gedurende de 19de eeuw alleen maar toenemen. Redenen genoeg dus, om een portret te laten vervaardigen door Stubbs.
Artistieke betekenis
In artistiek opzicht is Stubbs dus een buitenbeentje. Zijn benadering van het individuele dier past eigenlijk niet in de academische kunstwaardering van zijn tijd. Hij legt als eerste het paard vast als solitair wezen, tam of in het wild, in rust of in vol galop. Daardoor vind hij weliswaar zijn opdrachtgevers voornamelijk binnen de elite, maar artistiek wordt hij maar matig beoordeeld vanuit de kaders van de historieschilderkunst: verhalende voorstellingen met een religieuze, mythologische of geschiedkundige achtergrond die in het academische wereldje lang de boventoon blijven houden.
Deze artistieke onderwaardering wordt lang in stand gehouden ook als de Romantische gedachte meer aan invloed wint. Zo vindt een tijdgenoot, de bekende Romantische Zwitserse kunstenaar Henry Fuseli (1741-1821), zijn encyclopedische voorstellingen al te veel een afspiegeling van de realiteit en te weinig emotie-tonend. Fuseli noemt hem een ‘facsimilist’ in plaats van een ‘true artist’. De Zwitser zal vooral zijn schilderijen in de stijl van Blank op de korrel hebben genomen. Of hij toen al bekend was met het swingende portret van Whistlejacket is onduidelijk.
Stubbs en de natuurwetenschap
Vanuit het opdrachtgeverschap heeft Stubbs feitelijk niet veel ruimte voor een meer artistieke opvatting in de Romantische traditie. Hij dient zich voor zijn paardenportretten te houden aan de zichtbare werkelijkheid en niet aan de geëxalteerde fantasie waarvan Fuseli zich bedient. De nauwgezette methode van Stubbs, om het paard met zijn karakteristieke kenmerken op een juiste wijze weer te geven, past dan ook in de tijd waarin de Verlichtingsidealen breed worden gedragen. De bestudering van de natuur komt in een nieuwe fase, die sterker wetenschappelijk gefundeerd is door de gehanteerde systematiek.
De kennis van met name het dierenrijk is dan ook enorm toegenomen door de verkenning van onbekende delen van de aarde. In dit verband is het jammer dat het Mauritshuis zich alleen richt op de doorbraak van Stubbs als paardenschilder. Want Stubbs profileert zich later eveneens als schilder van het exotische dier. Als de Britse ontdekkingsreiziger kapitein James Cook in 1770 een verkenningstocht onderneemt naar Australië, verandert dit de natuurwetenschappelijke wereld.
Veel dieren die op dit continent leven, zijn in West-Europa tot dan toe totaal onbekend. Hij krijgt de opdracht om een aantal wilde dieren op doek vast te leggen. Stubbs schildert daardoor de eerste kangoeroe en dingo naar opgezette exemplaren. Daardoor vestigt Stubbs naam als Britse tegenstrever van de Franse dierschilder Jean Baptiste Oudry (1686-1755). Deze artistieke rivaliteit past natuurlijk goed binnen het competitieve heerschappijdenken van de West-Europese staten in de achttiende eeuw.
Anatomische tekeningen
De fascinatie voor het dier vanuit natuurwetenschappelijk opzicht vormt bij Stubbs blijkbaar een even grote drijfveer als het puur artistieke. De Britse dierschilder zonderde zich tussen 1756 en 1758 achttien maanden af om in een schuur in de omgeving van Hull paarden te ontleden en deze nauwgezet laag voor laag te determineren. Zijn natuurwetenschappelijk onderzoek leverde eminente achttiende-eeuwse tekeningen op die ook in onze tijd nog van onschatbare waarde zijn gebleven.
Door de presentatie van deze nauwgezette anatomische tekeningen in het Mauritshuis kunnen we daardoor zien hoe het denken over kunst en wetenschap in de achttiende eeuw hand in hand gingen. En dat is een niet te onderschatten onderdeel van het prachtige beeld dat deze eerste Stubbstentoonstelling toont in het Mauritshuis.
Over de expositie:
De expositie George Stubbs – De man, het paard, de obsessie is te zien in het Mauritshuis in Den Haag van 20 februari t/m 1 juni 2020. De tentoonstelling bevat onder meer 13 schilderijen, 10 anatomische tekeningen en het skelet van het meest legendarische renpaard aller tijden: Eclipse.
Fotocredits:
Hoofdfoto: Whistlejacket met de stalmeester Mr Cobb, de Godolphin Hunter en de Godolphin Colt, c. 1762. (c) Trustees of the Rt Hon. Olive, Countess Fitzwilliam’s Chattels Settlement, by Permission of Lady Juliet Tadgell.
Whistlejacket (c) (National Gallery London)
Eclipse (1764-1789) Skelet (c) Londen/Hertfordshire, Royal Veterinary College
Blank, de bruine hengst van de Duke of Ancaster, begeleid door Old Parnam, c.1761 (c) The Trustees of the Grimsthorpe & Drummond Castle Trust Limited
The Kongourou of New Holland, (c) Greenwich Maritime Museum
Studie voor ‘De Vijftiende Anatomische Tabel voor de Spieren van het Paard: de diepste spieren en gewrichtsbanden’, c.1756-1758 Potlood. (c) Londen, Royal Academy of Arts
(Legaat van Charles Landseer RA, 1879)