Veel transgenders willen hun lichaam zo veel mogelijk vervrouwelijken dan wel vermannelijken en krijgen daarom hormoonbehandeling. Hormonen hebben effect op bijvoorbeeld borstgroei en haargroei, maar ook op vetverdeling en spiermassa. Vetverdeling en spiermassa zijn belangrijk voor een mannelijke of vrouwelijke lichaamsvorm. In het proefschrift Bodies in Transition, geschreven door arts-onderzoeker Maartje Klaver, zijn de effecten van hormoonbehandeling op vetverdeling en spiermassa onderzocht. De onderzoekster bekeek of type behandeling, hormoonspiegels en leeftijd bij start invloed hebben op het resultaat.

Vrouwen en mannen verschillen qua lichaamssamenstelling (hoeveelheid vetmassa en spiermassa) en lichaamsvorm. Vrouwen hebben een hoger vetpercentage en minder spiermassa dan mannen. Daarnaast hebben ze een vrouwelijke vetverdeling met meer vet op de heupen en bovenbenen, ook wel vergeleken met een peerfiguur.

In tegenstelling tot mannen, die hun vet rondom de buik opslaan, ook wel vergeleken met een appelfiguur. Lichaamsvorm is een belangrijk geslachtskenmerk en daarom streven de meeste transvrouwen (man naar vrouw transgenders) naar een vrouwelijke lichaamsvorm en transmannen (vrouw naar man transgenders) naar een mannelijke lichaamsvorm.

Effecten in het eerste jaar van hormoonbehandeling

In een internationaal onderzoek uitgevoerd door het Amsterdam UMC en het Universitair ziekenhuis Gent zijn de effecten van hormonen bij 179 volwassen transvrouwen en 162 volwassen transmannen onderzocht. Bij transvrouwen zien we dat hormonale behandeling resulteert in het vrouwelijker worden van lichaamssamenstelling en lichaamsvetverdeling. Het totale vetpercentage neemt toe met 28 procent, waarbij de toename in vet een stuk hoger is in de heup regio (34 procent) dan in de taille regio (18 procent). Dit leidt tot een meer vrouwelijke lichaamsvorm. De totale spiermassa neemt af met 3 procent en doet dat gelijkmatig over verschillende lichaamsregio’s.

Bij transmannen daalt het totale vetpercentage met 10 procent. Daarbij neemt het vet in de heupregio duidelijk af met 14 procent, terwijl het vetpercentage in de taille niet verandert. Dit resulteert in een meer mannelijke lichaamsvorm. Transmannen krijgen 10 procent meer spiermassa, met de grootste procentuele toename in de armen (19 procent).

Soort hormoonbehandeling en hormoonwaarden

Transvrouwen worden behandeld met het vrouwelijk geslachtshormoon estradiol en transmannen met het mannelijk geslachtshormoon testosteron. Een veelgehoorde vraag in mijn spreekkamer is of het type hormoonbehandeling een effect heeft op het resultaat en of het nemen van meer hormonen (en dus hogere hormoonwaarden) leidt tot grotere veranderingen.

Het onderzoek laat zien dat het type estradiolbehandeling bij transvrouwen, via de mond (pillen) of door de huid (pleisters), geen invloed heeft op de grootte van de veranderingen in lichaamssamenstelling en lichaamsvorm. Daarnaast is duidelijk geworden dat het streven naar hogere estradiolspiegels, bijvoorbeeld door meer medicatie te nemen, niet tot meer vervrouwelijking van lichaamssamenstelling en vetverdeling leidt.

Bij transmannen lijkt het type testosteron voor de behandeling wel uit te maken. Het gebruik van testosteron-esters, een synthetische vorm van mannelijk geslachtshormoon, zorgt voor een iets grotere afname van de totale vetmassa en regionale vetmassa in de buik- en heupregio dan het gebruik van testosteron-gel. Uit ander onderzoek is echter ook bekend dat deze injecties ook leiden tot meer bijwerkingen, zoals een hoog hematocriet.

Vroege start van behandeling

Transgender-adolescenten kunnen vanaf dat de puberteit zijn intrede heeft gedaan, meestal rond het elfde levensjaar, een hormonale behandeling krijgen. Dat betekent dat zij eerst enkele jaren puberteitsremmers krijgen waarmee hun eigen puberteit wordt geremd. Vanaf 15 jaar kunnen artsen transvrouwen behandelen met estradiol en transmannen met testosteron. De ene adolescent start eerder met de behandeling dan de andere en daarmee rijst de vraag of een vroege start van de behandeling resulteert in een beter resultaat dan een late start in de puberteit.

In een onderzoek uitgevoerd door Amsterdam UMC bij 192 transgender adolescenten zagen de onderzoekers dat de lichaamsvorm van transmannen op jongvolwassen leeftijd meer lijkt op die van het ervaren geslacht, als de behandeling in de vroege of mid-puberteit begon dan wanneer de behandeling in de late puberteit werd gestart. Dat pleit voor een vroege start van de behandeling. Het is wel belangrijk dat artsen het proces voorafgaand aan de behandeling zorgvuldig uitvoeren. Dat mag niet onder druk komen te staan door voortschrijdende fysieke veranderingen.

Toekomstperspectieven

Bovenbeschreven resultaten zijn geconstateerd na één jaar hormoonbehandeling bij de volwassenen en na enkele jaren bij de adolescenten. In deze periode worden grote veranderingen gezien, maar het vetpercentage en de lichaamsvorm zat in de meeste gevallen nog tussen de referentiewaarden van mannen en vrouwen in. Uit vervolgonderzoek moet blijken wanneer het maximale effect van de hormoonbehandeling wordt bereikt en of een langere behandelduur zal leiden tot een lichaamsvorm vergelijkbaar met dat van het ervaren geslacht.

Transgenders die met hun hormoonbehandeling beginnen, krijgen nu beter dan voorheen betrouwbare informatie over de mate waarin hun lichaam zal veranderen. Zo weten ze beter welke resultaten ze kunnen verwachten na één jaar behandeling in de volwassenheid of enkele jaren behandeling in de pubertijd.

Voor transgenders is dat van groot belang zodat er geen irreële verwachtingen ontstaan. Zo weet een transvrouw dat haar lichaamsvorm waarschijnlijk vrouwelijker zal worden in het eerste jaar, maar ook dat die (nog) niet hetzelfde (peerfiguur) zal zijn als bij andere vrouwen. Transmannen kunnen een mannelijker figuur verwachten, maar ook zij hebben nog niet de hoeveelheid spiermassa als andere mannen.

Met deze kennis kunnen transgenders beter geïnformeerd en daardoor ook meer weloverwogen een keuze maken voor hormoonbehandeling.

Uit het proefschrift Bodies in Transition. Changes in body shape, body composition, and cardiovascular risk factors in transgender adolescents en adults.

Hoofdfoto: Omslag proefschrift Bodies in Transition van Maartje Klaver. Met toestemming gebruikt.