Veel mensen denken dat Neanderthalers zijn uitgestorven doordat ze een concurrentiestrijd verloren van Homo sapiens. Maar er leven ook andere ideeën onder archeologen: het barre klimaat van de ijstijd, of het leven in kleinere groepen. Maar wat is nu de consensus in het vakgebied? En hoe sterk is die?

Met collega’s Krist Vaesen (TU Eindhoven) en Mark Brandt (University of Michigan) deed ik onder wetenschappers onderzoek naar de populariteit van concurrerende ideeën over het verdwijnen van de Neanderthalers. De uitkomst is verrassend: niet concurrentie met de moderne mens, maar demografische factoren zijn het populairst.

Waarom zijn de Neanderthalers verdwenen? Je ziet iedere paar maanden wel iets anders in de krant. Meest recent: een omdraaiing van het aardmagnetisch veld zou de boosdoener zijn. Eerder was het de demografie van Neanderthalers. Hun kleine groepsgrootte, en zelfs inteelt, waardoor ze kwetsbaar waren. Een gouwe ouwe is concurrentie met onszelf, de moderne mens die net wat slimmer en efficiënter zou zijn. In zijn boek Sapiens gooit de Israëlische auteur Yuval Noah Harari het zelfs op een soort genocide in de ijstijd.

Verantwoordelijkheid

Er lijken bijna evenveel ideeën te zijn als wetenschappers. Omdat archeologen een verantwoordelijkheid hebben om de maatschappij met onderzoeksresultaten kennis te laten maken, doen zij voor ieder onderzoek weer een enthousiast persbericht de deur uit. Die persberichten worden natuurlijk zo geschreven dat de media ze oppikken. Dat kan door ‘het oudste, grootste of spectaculairste’ te vinden, of door een vorige hypothese omver te werpen. Dat laatste zie je vaak bij Neanderthaler-archeologie. Berichten als ‘Neanderthalers slimmer dan gedacht’ verschijnen al decennia. Toch blijft dit blijkbaar een goede manier om een persbericht in te steken.

Wat is de wetenschappelijke consensus?

Maar welke hypothesen zijn nu betrouwbaar en welke niet? Één manier is om te kijken naar de wetenschappelijke consensus. Je kent dat van berichtgeving over de klimaatverandering: ruim 97 procent van klimaatwetenschappers stelt dat de mens verantwoordelijk is voor de opwarming van de aarde. Als zoveel van die notoir kissebissende professoren, die elkaar om schaarse beursgelden beconcurreren en die elkaars werk in peer-review soms genadeloos afkraken, het daarover eens zijn, dan moet die hypothese wel betrouwbaar zijn.

Om de heersende hypothese over het uitsterven van de Neanderthalers te ontdekken, heb ik samen met wetenschapsfilosoof Krist Vaesen van de TU Eindhoven en psycholoog Mark Brandt (University of Michigan) een online enquête opgezet. We hebben alle auteurs die de afgelopen vijf jaar in belangrijke vaktijdschriften over Neanderthalers publiceerden (uitgezonderd onze naaste collega’s in Leiden om beïnvloeding te voorkomen), benaderd om die in te vullen. 216 wetenschappers hebben dat ook gedaan. Een aardig aantal voor een toch relatief klein wetenschapsveld. Ter illustratie: Geschiedenis studeer je in Nederland aan tenminste zeven universiteiten, Neanderthaler-archeologie aan slecht één.

Wij hebben de uitstervingshypothesen in drie families opgedeeld:

  • Competitie: alle varianten van ‘Wij zijn slimmer, betere jagers, beter aangepast, etc.’
  • Klimaat: alle varianten van ‘Barre ijstijd deed Neanderthalers de das om’
  • Demografie: alle varianten van ‘Kleine groepsgrootte maakten hen kwetsbaar’

Die factoren sluiten elkaar niet uit. We hebben de deelnemers gevraagd een score te geven aan het relatieve belang.

De resultaten van het onderzoek zijn best verrassend en statistisch significant. Waar je op basis van nieuwsberichten misschien zou verwachten dat competitie erg populair is, blijkt die de minst populaire hypothese. Harari heeft het dus mis, ook al is zijn boek nog zo populair. Demografie is de populairste hypothese.

Onderzoek Wetenschappers

Deelnemers moesten het belang van de verschillende factoren scoren op een schaal van 1 (=geen invloed) tot 6 (= de belangrijkste verklaring). Hier afgebeeld de gemiddelde score van de verschillende factoren. Voor details Vaesen, Dusseldorp & Brandt 2021, tabel 1.

Demografische verschillen

Demografische verschillen tussen Neanderthalers en moderne mensen kunnen heel eenvoudig zijn. Kleinere groepsgrootte van Neanderthalers kan hen kwetsbaarder hebben gemaakt voor domme pech, een ongelukkig sterfgeval, iets minder geboorten. Daarnaast was het misschien lastiger om een geschikte partner te vinden. Zo kunnen ze dus helemaal niet dommer zijn geweest, of minder goed aan het klimaat aangepast, maar alsnog evolutionair minder succesvol.

Recent onderzoek levert ook steeds meer aanwijzingen op die demografie als belangrijke factor ondersteunen. Er is de afgelopen decennia veel onderzoek gedaan dat laat zien dat Neanderthalers zeer complex gedrag vertoonden. Daarnaast blijkt Homo sapiens al 250.000 jaar geleden voor het eerst Europa binnengetrokken te zijn. Toch had dat 200.000 jaar lang geen nadelige gevolgen voor Neanderthalers. Zij verdwenen tenslotte pas 40.000 jaar geleden. En helemaal uitgestorven zijn ze niet. Tenslotte hebben dragen wij ongeveer 2 procent van hun DNA bij ons.

Daarom denken we dat de consensus aan het verschuiven is. Als we deze studie pakweg tien of twintig jaar geleden hadden gedaan, vermoeden we dat competitie populairder was geweest.

Politieke voorkeur

In het tweede deel van onze enquête hebben we wetenschappers een aantal vragenlijsten in laten vullen om hun politieke voorkeur vast te stellen. Dat vonden we interessant, omdat soms wordt gesuggereerd dat wetenschappers een politieke agenda zouden hebben. En juist de oorsprong van Neanderthaler-onderzoek is beïnvloed door de politieke voorkeur van wetenschappers.

In 1856 is het eerste Neanderthaler-fossiel als prehistorische mensensoort anders dan onszelf herkend door de Duitser Hermann Schaaffhausen. Een vooraanstaande Duitse anatoom, Rudolf Virchow, was het hiermee oneens en wist zo de erkenning van de Neanderthaler te vertragen. Het verhaal gaat dat hij het vooral om politieke redenen niet zo op evolutie had.

Rudolf Virchow

Rudolf Virchow 1861 (Beeld: Hugo Vogel)

Om de politieke voorkeur vast te stellen, gebruikten we standaardlijsten waarvan de geldigheid in eerder onderzoek is vastgesteld. Wij keken naar Social Dominance Orientation. Dat betekent in hoeverre de deelnemer aan de enquête voorstander is van sociale hiërarchie, Speciesism (in hoeverre de deelnemer verschillen in de morele status van diersoorten onderscheidt), en Agreeableness (hoe empathisch en altruïstisch de deelnemer is). Die drie indicatoren correleren met het links-rechts spectrum in politieke voorkeur.

Uit ons onderzoek blijkt geen correlatie te bestaan tussen politieke voorkeur en ondersteuning van een specifieke hypothese. In de Neanderthaler-archeologie is op basis van politieke voorkeur dus niet te voorspellen of iemand kiest voor demografie, competitie of klimaat als belangrijkste reden voor het uitsterven van deze mensensoort.

Communiceren archeologen wel eerlijk?

Wij vonden het verrassend dat demografie zo populair is en competitie zo weinig ondersteuning vindt bij onze collegawetenschappers. Daarnaast blijkt dat wetenschappelijk werk niet onherroepelijk gekleurd is door de politieke voorkeur van de wetenschappers. Kunnen we hier wat van leren? Ik denk dat wetenschappers, communicatieadviseurs en journalisten eerlijker moeten communiceren.

‘Competitie’ in de Neanderthaler-berichtgeving wordt, vermoeden wij, soms als stropop gebruikt. Het is een manier om onderzoek te ‘verkopen’ door te zeggen: ‘We dachten altijd dat Neanderthalers heel dom waren, maar mijn onderzoek laat zien dat ze erg slim waren.’ Ook al weten we al decennia dat ze helemaal niet heel dom waren.

Wetenschappers mogen het publiek niet onderschatten. Veel mensen die het wetenschapsnieuws volgen, zijn juist geïnteresseerd in genuanceerde berichtgeving. Misschien moeten we dus niet in ieder persbericht de suggestie wekken dat nu voor eens en altijd het raadsel van het uitsterven van Neanderthalers is opgelost. Ook moeten we beter over het voetlicht brengen waarom onderzoek naar die Neanderthalers zo belangrijk en interessant is.

False balance

Nog belangrijker is het vermijden van false balance. Bij veel nieuwsberichten zoeken journalisten en voorlichters naar een voor- en tegenstander van een idee. Ook al bestaat er in de wetenschap grotendeels consensus. Daarmee wordt voor het grote publiek de indruk gewekt dat de voor- en tegenstanders elkaar in evenwicht houden. Neem klimaatverandering: bij bijvoorbeeld het televisieprogramma Op1 krijgen klimaatontkenners veel meer dan de 3 procent van de spreektijd die ze op basis van de wetenschappelijke consensus zouden moeten krijgen. Zo wordt de indruk gewekt dat de oorzaak van klimaatverandering allerminst vast staat.

Bij Neanderthaler-onderzoek is misschien wel iets soortgelijks aan de hand. Door onze eigen manier van communiceren maken we het belang van competitie groter, terwijl dat in het vakgebied steeds meer in minderheidsstandpunt is.

Het persbericht moet dus niet meer zijn: ‘We dachten dat Neanderthalers dom waren maar nu…’, maar eerder: ‘We weten al decennia dat Neanderthalers heel slim waren en nu hebben we beter uitgevogeld wat ze met dat intellect deden.’

Lees meer over het onderzoek in het tijdschrift Scientific Reports.

Fotocredits:
Hoofdfoto: Neanderthaler (Foto: Erich Ferdinand, via Flickr) CC BY 2.0

Tabel 1: Vaesen, Dusseldorp & Brandt 2021

Rudolf Virkow, 1861. Door Hugo Vogel (Via Kunsttexte.de)