Tienduizenden Japanners konden deze zomer weer iets op hun bucketlist afstrepen: het beklimmen van de berg Fuji. De hoogste berg van Japan is met 3776 meter gelukkig vijf kilometer lager dan de Mount Everest. Fuji staat sinds 2013 op de Werelderfgoedlijst, als cultureel erfgoed. Waarom staat een berg niet in de categorie ‘natuurlijk erfgoed’? Nee, Fuji is niet door mensen gebeiteld… of toch?

De aanvraag ingediend bij het Werelderfgoedcomité was in eerste instantie in de categorie ‘natuurlijk erfgoed’ gedaan, maar de berg Fuji werd te vies bevonden. Onder andere de jarenlange illegale dump van koelkasten en autobanden in de bossen aan de voet van de berg gooide roet in het eten. Tijd voor een grondige schoonmaak zou je denken, maar het herformuleren van het voorstel leidde veel sneller tot een toekenning, zodat Japan in 2013 niet handenwringend naar de successen van China hoefde te kijken. (Het zijn als het ware de Olympische Spelen van Cultuur. China heeft inmiddels twee keer zoveel gouden plakken en dat reflecteert niet de mate waarin Japan zich fijnbesnaarder voelt dan dit buurland.) De gewiekste oplossing voor de berg Fuji is natuurlijk amusant, maar het predicaat ‘cultureel erfgoed’ is wel degelijk te verdedigen.

Fuji als icoon

Je kunt de (i)conische vorm van de slapende vulkaan op heldere dagen vanuit Tokio duidelijk zien, mits je op een hoog gebouw staat. De besneeuwde top siert het biljet van 1000 yen en vormt het middelpunt in die beroemde prent van de Japanse kunstenaar Hokusai (1760-1849): De grote golf van Kanagawa (tussen 1829-33). Op de nieuwe bankbiljetten zet men liever deze prent, dan krijg je Mount Fuji er gratis bij. Alsof dat niet genoeg is, komt er op elke pagina van het nieuwe Japanse paspoort een prent uit Hokusais serie Zesendertig gezichten op de berg Fuji, inclusief De grote golf natuurlijk. Dat er ook andere bergen en andere kunstenaars zijn, doet er niet toe.

Het huidige biljet van 1000 yen (links) en het nieuw aangekondigde biljet (vanaf 2024)

Kanagawa verwees in Hokusais tijd naar een bekende pleisterplaats op de Tōkaidō, de ‘Oostelijke zeeweg’ die Edo (het huidige Tokio) met Kyoto en Osaka verbond. Een eenvoudige wegenkaart uit de eerste helft van de negentiende eeuw laat Edo zien (vierkant links), met enkele plaatsen verder de pleisterplaats Kanagawa. We zien de berg Fuji wat verderop rechts van de weg aangegeven, op kop.

De kaart geeft de baaien en de kromming van de kust niet weer. Het gaat namelijk alleen om de pleisterplaatsen en de állerbelangrijkste herkenningspunten. Luxe wegenkaarten beeldden de iconische berg meerdere keren af. Niet omdat men dacht dat Fuji zich verplaatst, maar omdat de reiziger zich verplaatst en dus de berg vanaf verscheidene punten zal kunnen zien.

Japan wegenkaart 19de eeuw

Wegenkaart, eerste helft 19e eeuw (Collectie auteur)

De kleine baai waarover men vroeger blijkbaar Fuji kon zien vanaf Kanagawa is overigens ingepolderd en nu deel van Yokohama. Afgezien daarvan was Hokusai meer bezig met het ontwerp dan met de werkelijkheid. Het huidige treintraject tussen Tokio en Osaka heet nog steeds Tōkaidō, en de hogesnelheidstrein Shinkansen voert de passagiers met een vaartje van 200 kilometer per uur langs de voet van de berg.

Kunstwerken

De grote golf is zeker niet het enige kunstwerk waarop de berg is afgebeeld. Hokusai bouwde op een lange traditie van kunstzinnige en literaire interesse in het onderwerp. Tot ver buiten de regio vind je zelfs miniatuurversies van de berg in Japanse tuinen. De eigenaar van de tuin was zo verbonden met de kunstzinnige traditie én het politieke centrum van Japan.

In het werk van Hokusais tijdgenoot Utagawa Hiroshige is Fuji duidelijk zichtbaar als machtig symbool van de stad Edo, waar de Shogun zetelt met zijn regering. De hoog oprijzende Fuji boven de stoffenwinkel Echigoya (de voorloper van het warenhuis Mitsukoshi) in Hiroshige’s prent benadrukt de belangrijke plaats die deze winkel en de handel inneemt in de stad.

Hiroshige Suruga-chō

Hiroshige, Edo meisho hyakkei ‘Honderd gezichten op Edo’, Suruga-chō (1856)

Pelgrimsoord

De prentenserie Honderd gezichten op Edo (Hiroshige I en II) bevat niet alleen beelden van Fuji, maar ook beelden van miniatuurversies van Fuji. Maar de bewoners van Edo kunnen de echte berg toch gewoon zien? Daar ging het in dit geval niet om. Fuji was (en is) een heilige berg, maar niet iedereen die dat wilde kon de populaire pelgrimstocht maken. Was je slecht ter been, of een vrouw, dan kon je uitwijken naar een van de Fuji-zuka, kunstmatige heuveltjes die surrogaat-bedevaartsoorden vormden. Je kunt er nog steeds een aantal vinden in Tokio.

Hiroshige Berg Fuji

Utagawa Hiroshige, Edo meisho hyakkei ‘Honderd gezichten op Edo’, Meguro Shin-Fuji (1857)

Door het grote aantal verschillende religieuze praktijken op en rondom Fuji kun je het best spreken van een ‘Fuji-cult’. Tempels en Fuji-zuka van waaruit je de berg kunt zien, zijn in hoofdzaak gewijd aan Sengen, de kami (god) van de vulkanen. Rituelen en praktijken op en rondom de berg vonden hun oorsprong in folklore en religies zoals Boeddhisme, Shintō, Taoisme en Shugendō. De top werd gezien als het onderkomen van Sengen, het Pure Land, de hemel van de toekomstige Boeddha Maitreya, of de wereld van de Taoistische onsterfelijken.

Omdat vrouwen als ‘onrein’ werden gezien, mochten ze de berg niet op. Maar gaandeweg werden daarop allerlei uitzonderingen bedacht, zodat vrouwen niet alleen de Fuji-zuka, maar ook de echte berg letterlijk ‘tot op zekere hoogte’ konden bestijgen.

Nationaal symbool

Pelgrimsoord, esthetisch object, symbool van de feodale macht, Fuji was prominent aanwezig, vooral voor hen die in de buurt van Edo woonden. Maar de meeste bewoners van de archipel waren meer vertrouwd met de toppen dicht bij huis. Fuji kwam steeds dichterbij na de Meiji-Restoratie in 1868. Fuji werd onderdeel van de symboliek van de Japanse natie, waarvan het middelpunt op dezelfde plek bleef liggen, in Tokio (het voormalige Edo).

Vanaf 1872 mochten vrouwen plotseling volgens nationaal decreet alle heilige bergen op. Daar zat iets anders achter dan ‘emancipatie’. De steeds vaker verschijnende buitenlandse vrouwen mocht geen strobreed in de weg worden gelegd om Japan in al haar glorie te bewonderen. Ook werd men zich bewust van het feit dat zowel Hokusais prenten als de berg Fuji het goed deden in het buitenland. Fuji was al reproduceerbaar in deze prenten, maar werd dat nog meer door schoolboeken, tijdschriften, folders, het internet en souvenirs. Sleutelhangers en magneten zijn als het ware de Fuji-zuka van dit moment. Alleen verkopen ze nu geen zaligheid, maar het idee dat je ‘Japan’ op je koelkast hebt. De kers op de taart is natuurlijk de verheffing van Fuji tot cultureel werelderfgoed.

Bergsport

Vanaf het begin van de twintigste eeuw zag Fuji een toename van een seculier soort bezoeker. Bergbeklimmen als avontuur of sport deed zijn intrede. De laatste jaren maken ieder klimseizoen (van twee maanden) tussen de 200.000 en 300.000 mensen de tocht naar de top. Het is een bonte stoet voortrekkend over roodbruine lavastenen. De meeste klimmers starten niet vanaf de voet, maar halverwege één van de vijf routes naar de top, tussen de 1400 en 2400 meter hoogte.

In de zomer van 2011 was ik er ook met een stel vriendinnen. Na een lange bustocht vanuit Osaka startten we in de namiddag vanaf het ‘vijfde station’ op de populaire Yoshida-route. Na enige tijd een prachtig uitzicht over de wolken gehad te hebben viel de duisternis in en klommen we samen met vele andere dwaallichtjes tot aan het ‘achtste station’ op 3100 meter. Terwijl wij daar in een hut lagen te rusten, als een stel kuikens tegen elkaar aangedrukt om enige afstand te creëren tot onbekende manspersonen waarmee we een meterslange deken moesten delen, ving ik een flard van een gesprek tussen twee gidsen op: ‘Oh, dat is wel heel erg jammer voor die groep uit Osaka’.

Een storm stak op en ons avontuur culmineerde in een winderige, natte terugtocht, schuivend over die ellendige roodbruine stenen. Volgens alle verhalen hebben we natuurlijk het mooiste gemist: de zonsopgang. Waarbij de aanwezigheid van een paar duizend andere mensen geen stoorzender is, maar het gevoel geeft dat je samen de tocht hebt volbracht en dat unieke moment deelt.

Yoshida-route

Vlakbij het 5e station op de Yoshida-route, waar het avontuur voor de meeste Fuji-gangers begint. 2011. (Foto: Aafke van Ewijk)

Andere, prachtige bergen

Sindsdien heb ik ruimschoots de kans gehad om nog een keer een beklimming van de magische berg te plannen, maar dat heb ik nog steeds niet gedaan. Het loont om ook die andere prachtige bergen te beklimmen die het land rijk is. Zeker als je liever wat meer groen ziet en minder mensen. Soms krijg je Fuji er gratis bij. De vulkaan is vanaf een aantal toppen op tientallen kilometers afstand te zien, zoals Akadake (2899 m), de hoogste piek in de Yatsugatake-bergketen.

Volgens een legende was Yatsugatake eigenlijk een vulkaan die hoger was dan Fuji, maar heeft de godin Sengen in een toornige bui de rivaliserende vulkaan kapotgeslagen. Daardoor viel hij in meerdere lagere bergen uiteen. Zo zie je maar weer dat alles draait om Fuji.

Berg Fuji vanaf Akadake

De berg Fuji vanaf Akadake, 2018. (Foto: Aafke van Ewijk)

Bronvermelding:
Ministry of the Environment: http://kanto.env.go.jp/pre_2018/30_1.html (15-09-2019)
Fumiko, Miyazaki. “Female Pilgrims and Mt. Fuji: Changing Perspectives on the Exclusion of Women.” Monumenta Nipponica 60, no. 3 (2005): 339-91.

Hoofdfoto: Vlakbij het vijfde station op de Yoshida-route, waar het avontuur voor de meeste Fuji-gangers begint. 2011 (Foto: Aafke van Ewijk)