Middenin de pietendiscussie is het feest rond de intocht van Sinterklaas wisselend verlopen. Het paard staat daarbuiten. Of niet? Moet een schimmel blank zijn, mag hij vegen hebben, en van welk ras is hij eigenlijk?
Het is algemeen bekend: Sint Nicolaas komt per boot. Maar pas in 1850 doet het verhaal zijn intree dat Sinterklaas per stoomboot naar Nederland kwam. In dat jaar moderniseerde de Amsterdamse schoolmeester Jan Schenkman het Sinterklaasfeest naar de tijd van de stoommachine.
Beeldvorming
In het lied Zie ginds komt de stoomboot, dat later op melodie is gezet van het Duitse volkslied Im Märzen der Bauer, situeerde Schenkman halverwege de negentiende eeuw eveneens de viervoeter op het schip: ‘hoe huppelt zijn paardje het dek op en neer.’ Maar klopt dat wel? Geen Nederlands kind ziet bij de intocht een paard op het dek. Het dier staat meestal op de wal klaar voor de Sint.
De beeldvorming die wij nu hebben van Sinterklaas dateert uit het derde kwart van de achttiende maar vooral uit de negentiende eeuw. Compleet met de Sint hoog op het pannendak, gezeten op zijn rijdier. Al ontbreken afbeeldingen van daarvoor, toch is er al in de zeventiende eeuw – eerder dan van een knecht – sprake van het paard van Sinterklaas in een geschreven document. Een vader zou namelijk het dak op zijn geklommen met een los hoefijzer in zijn hand om daarmee afdrukken te maken in de verse sneeuw. Hij deed dit om zijn kinderen te laten geloven dat de goedheiligman met paard en al naar de schoorsteen was geklommen. Overigens liet Jan Schenkman de Sint in 1850 weer vertrekken per luchtballon. In die tijd een opzienbarende manier om te reizen door het zwerk.
Een edelman op een edel dier
Ik herinner mij de intocht van de bisschop in mijn dorp, lang geleden. Sinterklaas kwam aangereden in een rode sportwagen. Geen paard of boot. Maar wel hip, naar de aard van de tijd, zoals Schenkman ook een element van de tijdgeest toevoegde aan de traditie. Of Sinterklaas oorspronkelijk met een paard aan dek zijn wereldreis begon, is niet bekend maar niet aannemelijk. Paarden kunnen namelijk niet goed tegen de golvende zee.
Maar waarom dan toch ieder jaar dat paard? Dat is simpel. Historisch gezien rijdt een edelman op een edel dier. Het paard kreeg niet voor niets dit predikaat. Het ligt ook voor de hand dat een bisschop indertijd niet lopend door het land trok. En hij had begeleiders nodig die hem beschermden en zijn status ondersteunden. Die liepen naast hem, hijzelf hoog verheven boven het publiek. Goed zichtbaar en onbenaderbaar. Voor de kunstenaar was dit bovendien een belangrijke compositiefactor: een man in een koets kun je niet goed weergeven. Gezeten op een paard straalt hij distinctie uit, passend in de oude traditie van het Sinterklaasfeest.
Deze historische beeldvorming kreeg in de zeventiende eeuw echter wel een nieuw aspect. Het paard groeide namelijk tijdens de Reformatie uit tot een nieuw attribuut van de Sint. De bisschop zelf legde zijn traditionele katholieke attributen af. In koekprenten en centsprenten uit die tijd, zien we een hogere burger of adellijke heer met hoofddeksel, een kort sjiek jasje en hoge laarzen te paard. Ook zijn tuigage onderstreept dat het hier gaat om een voornaam heer. In manden voert hij lekkernijen mee. Blijkbaar was het voor iedereen duidelijk dat met de speculaasvormen de persoon van Sint Nicolaas bedoeld was. En de bakkers en koekverkopers bleven gespaard voor boetes die werden opgelegd voor het verspreiden van katholieke afbeeldingen.
Amerigo is een bijzonder paard
Belangrijk in dit verband is te bedenken dat Sint Nicolaas niet uit Spanje kwam. Dat is eveneens mythevorming uit de negentiende eeuw. Dat zijn paard bekend werd als Amerigo (bereden 1990-2010), kwam het Sinterklaasjournaal goed uit. Zo heette het getrainde politiepaard dat in de jaren negentig werd ingezet bij publieksoptredens van de goedheiligman. Het huidige paard van Sinterklaas heet Okki, maar wordt – passend in het Sinterklaasverhaal – nog steeds Amerigo genoemd.
Al sinds de Oudheid reden belangrijke leiders op een bijzonder paard. Prins Maurits leidde een Spaanse schimmel met een klein hoofd en manen die bijna tot de grond reikten. Napoleon reed tijdens zijn veldtochten op een schimmel en Julius Caesar wordt traditiegetrouw afgebeeld op een blank rijdier. Zo’n lichte vacht valt op het slagveld extra goed op.
Amerigo is niet zomaar een wit paard, maar een schimmel. Een schimmel is geen albinopaard want deze heeft een roze huid, en is zelden geheel wit. Ook is de grijswitte vacht niet voorbehouden aan specifieke paardenrassen. Wel komen de erfelijkheidsfactoren bij sommige rassen eerder voor dan bij andere, zoals bij de Andalusiër, de Connemara, de Gelderlander. En bijna alle Lippizaners zijn schimmels.
Schimmelvorming komt alleen voor door het dominante gen G. Als een van de ouders dit gen bezit, zal de nakomeling een schimmel zijn. Twee paarden die geen schimmel zijn, zullen daarom nooit een schimmel-nakomeling krijgen. Schimmels zijn dus bijzondere paarden. En uitzonderlijkheid benadrukt de status van de berijder. Dus vervoert de Sint zich op een schimmel. Ook al was hij (voor zover bekend) niet van adel, het dier onderstreept zijn status als bisschop. En bovendien: zijn rode tabberd steekt prachtig af tegen de lichte vacht. Schenkman had dat in 1850 nog niet in de gaten. Hij liet de goedheiligman steeds afbeelden op een bruin paard.
Veegpaard
Nu is er iets raars met schimmels. Ze worden nooit wit of grijs geboren. Hun huid is donker en hun vacht licht steeds meer op naarmate ze ouder worden. Het wit worden van de vacht is een gelijkmatig proces. De volgroeide schimmel kan echter nog wel enige haren van een andere kleur in zijn vacht bezitten. Dat is fijn voor ons in de 21ste eeuw. De pietendiscussie zal dus niet snel overslaan naar het paard van Sinterklaas.
Hoofdfoto: Sinterklaas op Amerigo in 2008 nabij Paleis Het Loo in Apeldoorn (Foto: Pieter Wiersinga, via Wikimedia Commons)