Ondergelopen land leg je droog. Vraag dat maar aan de Hollanders. Vroeger deden wij dat ook. Die oud-Hollandse omgang met natte natuurgebieden, de zogenoemde wetlands, is exemplarisch voor hoe dat elders in de wereld nog steeds gaat. Dat maakt het heel belangrijk om die wetlands te beschermen, want ze leveren belangrijke ecosysteemdiensten. De Ramsar-conferentie die 21 oktober in nota bene Dubai plaatsvindt, is dan ook van groot belang. Mijn voorspelling: het wordt aanmodderen als altijd. Maar niet zonder resultaat.
Uit de recent gepubliceerde studie Global Wetland Outlook 2018 blijkt dat de wetlands in grote delen van de wereld al jaren achteruitgaan. Sinds 1970 is ongeveer 35 procent van de natuurlijke natte gebieden, zoals moerassen, meren en ondiepe kustwateren, verdwenen. Op dit moment beslaan wetlands nog zo’n 3 procent van het aardoppervlak, zo’n 14 miljoen vierkante kilometer. Dit percentage wordt snel kleiner. Daarmee verdwijnen natuurlijke wetlands drie keer zo snel als bossen.
Ook met de biodiversiteit en waterkwaliteit gaat het slecht. Sinds 1970 zijn 81 procent van de soorten in zoetwater, en 36 procent van de soorten in kustwateren achteruit gegaan. In 2050 heeft eenderde van de wereldbevolking te maken met natte gebieden waar te veel stikstof en fosfaat in het water zit.
De Engelse term voor wetlands heeft eigenlijk geen goede vertaling in het Nederlands. Woorden als ‘watergebied’ of ‘drasland’ doen vooral denken aan moerassen of laagveen. Internationaal is afgesproken dat wetlands alle gebieden zijn die permanent of tijdelijk onder water staan met een diepte tot maximaal zes meter. Dit zijn niet alleen gebieden met binnenwater, zoals veengebieden, natte graslanden, ondiepe meren, moerassen, beken en rivieren. Ook kustgebieden (wadden, kwelders, mangrovebossen en koraalriffen) en kunstmatige natte gebieden (natte rijstvelden, zoutpannen en visvijvers) vallen daaronder. Nederlandse wetlands zijn bijvoorbeeld het Waddengebied en de Biesbosch.
De Ramsar Conventie: van watervogels tot duurzame ontwikkeling
Sinds de oprichting in 1971 door 18 landen in de Iraanse stad Ramsar (vandaar de naam) is de conventie enorm gegroeid naar 170 landen nu. Het laatste land dat toetrad was Noord-Korea, in 2018. Daarmee is de Ramsar Conventie een van de grootste wereldwijde verdragen, na de Conventie voor Biodiversiteit (CBD, 196 landen) en het Klimaatverdrag (UNFCCC, 197 landen). Die 170 landen hebben meer dan 2300 zogenoemde Ramsar-sites aangewezen die ze beloven te beschermen. Samen zijn die sites goed voor zo’n 250 miljoen hectare aan wetlands. Landen verplichten zich om alle eigen gebieden in kaart te brengen en voor hun Ramsar-sites een beheersplan op te stellen. Aanvankelijk was de Conventie vooral gericht op wetlands voor watervogels. Sinds de jaren 90 is er ook aandacht voor het duurzaam gebruik voor bijvoorbeeld voedselvoorziening, wateropslag en recreatie.
Een bekend voorbeeld is Lake Chilika, de eerste Ramsar-site van India. Door maatregelen zoals actief herstel van de verbinding met de zee, ontwikkeling van ecotoerisme, hervorming van de visserij en meer participatie van de lokale bevolking wordt het wetland nu op een duurzame manier beheerd. Die inspanningen hebben bijvoorbeeld geleid tot een flinke toename van het aantal zeldzame Irrawaddydolfijnen, van slechts 89 exemplaren in 2003 tot 158 in 2014.
Wetlands: belangrijk voor natuur en mensen
Al die nuttige zaken die we te danken hebben aan de natuur, noemen we ecosysteemdiensten. Dit is geen loze kreet: veel water dat in Nederland uit de kraan stroomt, komt uit de rivieren of duinen. Hoe beter de kwaliteit van die natuur, hoe minder moeite het kost om drinkwater te maken. Door het herstel van uiterwaarden maken we ruimte voor de rivieren, waardoor overstromingen en dijkdoorbraken worden voorkomen. Tijdens de tsunami in zuidoost-Azië in 2004 was de schade in gebieden waar de mangrovebossen langs de kust waren verdwenen, vaak groter dan in regio’s waar ze nog intact waren. En wetlands produceren veel voedsel. De opbrengst van de traditionele visserij is in ontwikkelingslanden een belangrijke voedselbron voor de armste bevolkingsgroepen. Gezonde wetlands vergroten bovendien de klimaatbestendigheid, bijvoorbeeld doordat ze overtollig water opslaan bij extreme regenval.
Vroeger werden wetlands vooral gezien als land waar niets nuttigs uit voortkwam. Tot ver in de twintigste eeuw werden die natte gebieden als het even kon ontgonnen. Het water werd afgevoerd en de grond bewerkt voor landbouw of stadsontwikkeling. Nederland is met zijn vele polders hét voorbeeld van deze kijk op wetlands. Tegenwoordig is er meer besef dat menselijk welzijn sterk afhankelijk is van wat gezonde natuur en biodiversiteit ons leveren. Voedsel, schoon water, zuurstof, bouwmaterialen, maar ook ontspanning, inspiratie en een gevoel van identiteit. Wetlands leveren daaraan naar verhouding een grote bijdrage. De totale economische waarde van de ecosysteemdiensten van wetlands wordt zelfs geschat op ongeveer de helft van die van de natuur in zijn geheel. Daarmee is het behoud van wetlands een noodzaak voor iedereen, en niet alleen voor natuurbeschermers.
Werkt de Ramsar Conventie wel?
Afgaand op de voortdurende achteruitgang van wetlands is de Ramsar Conventie niet erg effectief. Dat leidt wel eens tot kritiek. Moet de Conventie niet veel slagvaardiger zijn? En is er niet veel overlap met die andere internationale verdragen? Een groot misverstand is dat de organisatie zelf actief wetlands beschermt, maar dat is niet zo. Het secretariaat in Zwitserland is maar klein, en de aangesloten landen zijn zelf verantwoordelijk voor de uitvoering van besluiten. Die zijn bindend, maar er is geen mechanisme om landen te dwingen ze uit te voeren. De aangesloten landen rapporteren niet altijd compleet of correct. Veel overheden reserveren onvoldoende geld, maken geen beheersplannen voor de Ramsar-sites of voeren die niet uit. Vaak ontbreekt het bij de betrokken ambtenaren aan kennis.
Daarom zou er meer aandacht moeten zijn voor de onderliggende oorzaken, maar dan gaat het al snel over de effectiviteit en integriteit van de overheid. Dat zijn gevoelige punten die veel landen liever ontwijken. Daarom wordt soms sceptisch gereageerd op wéér een land dat de Conventie ondertekent, of wéér een wetland dat tot Ramsar-site is gebombardeerd. Het is gemakkelijk om zo’n verdrag dan niet zo serieus te nemen.
Wat levert de conferentie in Dubai op?
Om die vraag maar meteen te beantwoorden: een revolutionaire ommekeer is niet te verwachten. Internationaal overleg tussen landen verloopt vaak traag. En hoewel we allemaal willen dat het sneller gaat, is een conferentie van 170 landen als lopen in de modder. Je komt niet snel vooruit. Het thema voor de COP13 in Dubai is Stedelijke Wetlands voor een Duurzame Toekomst. Rond 2050 woont tweederde van de wereldbevolking in steden, vaak in rivierdelta’s met een directe impact op wetlands. Bijvoorbeeld door water- en energieconsumptie, afvalproductie, recreatie en toerisme. Maar ongeveer de helft van alle agendapunten is gewijd aan de interne procedures en beslommeringen.
Het grootste probleem is niet om beter beleid in te voeren voor het beheer en behoud. Zo heeft Oeganda, met steun van onder meer Nederland, op papier een prima wet die wetlands beschermt. Maar het departement dat de wet moet uitvoeren, is maar klein. Het moet opboksen tegen machtige tegenstanders in overheid en bedrijfsleven, en tegen onbegrip en corruptie. Zelfs in landen waar het allemaal goed geregeld was, kan het weer fout gaan. In de Verenigde Staten proberen wetenschappers via de rechter te voorkomen dat de regering-Trump bestaande milieuwetgeving terugdraait.
Kennis verzamelen en delen
Toch blijkt uit onderzoek dat landen die de internationale afspraken wel serieus nemen, het behoud van wetlands wel degelijk vooruit gaat. De effecten zijn misschien niet direct zichtbaar, maar beter overheidsbeleid loont. Zo blijkt uit een artikel in Nature dat het aantal watervogels toeneemt in landen met effectiever bestuur en meer beschermde gebieden. Een internationaal verdrag zoals Ramsar is belangrijk om goed natuurbeleid op de kaart te zetten en landen die daarmee worstelen te stimuleren om het beter te doen. Ramsar is ook een goed forum voor het verzamelen en delen van de beschikbare kennis. Daarin spelen naast overheden ook onafhankelijke deskundigen en niet-gouvernementele organisaties zoals Wetlands International en het Wereld Natuur Fonds een grote rol.
Een internationaal verdrag als de Ramsar Conventie dat landen bij de les houdt, blijft daarom belangrijk. Ook al is dat een lastig en langzaam proces. Ramsar moddert dus door, zo goed en zo kwaad als het kan. In een moeras kun je nu eenmaal niet hardlopen.
- Tip van de redactie: in de Nederlandse bioscopen draait op dit moment de natuurdocumentaire WAD, overleven op de grens van water en land van filmmaker Ruben Smit. De Waddenzee is een bijzonder wetland en staat zelfs op de Werelderfgoedlijst van Unesco.