Scholieren in de Verenigde Staten gingen de afgelopen week massaal de straat op om te protesteren tegen de huidige wapenwetgeving. Aanleiding voor het massaprotest #MarchForOurLives was de zoveelste schietpartij op een school. Hoe kwamen al deze jongeren bij elkaar? Het antwoord lijkt voor een groot deel te liggen in sociale media.
Sociale media worden nog al eens in een kwaad daglicht gesteld als het gaat om de invloed op de sociale betrokkenheid. Vooral tieners zouden verslaafd zijn aan sociale media, alleen maar bezig zijn met zichzelf en met het delen van selfies. Dit zou zorgen voor minder aandacht voor de sociale omgeving, omdat alle tijd en aandacht opgeslokt wordt door die oppervlakkige profielen op sociale netwerk sites. A-sociale media dus.
Daarnaast bestaat de angst dat zij door filter bubbles alleen nog maar met gelijkgestemden in aanraking komen, vooral versterkt worden in hun bestaande opvattingen en minder openstaan voor andere meningen. Dit is maar één kant van de medaille. Sociale media bieden namelijk ook veel kansen, juist voor meer sociale betrokkenheid.
Het onbegrensde netwerk dat internet, en daarmee sociale media, biedt maakt het mogelijk dat tieners en jong volwassenen makkelijker informatie vinden en delen. Ze komen in contact met andersdenkenden, of juist met gelijkgestemden die ze in hun dagelijks leven wellicht niet zo snel tegenkomen. Op die manier kunnen zij worden aangezet tot grotere betrokkenheid met elkaar en met de maatschappij. En worden dus ook gemotiveerd om samen de straat op te gaan.
Ervaringen delen
Tegenwoordig bestaan er niet meer zoveel plekken, zoals vroeger de kerk, die mensen bij elkaar brengen en gemeenschappelijke cohesie bevorderen. Mensen hebben echter van nature de behoefte om samen te komen en ervaringen te delen. Ook is vaak een sociaal netwerk van gelijkgestemden nodig om enige sociale beweging in gang te zetten. Zo’n sociaal netwerk is in onze huidige – vrij individualistische – samenleving soms lastig te vinden. Sociale media vullen wat dat betreft een belangrijk hiaat op.
Toch heeft de offline wereld niet helemaal afgedaan. Om daadwerkelijk in actie te komen, is het vaak nodig dat mensen, in aanvulling op de online discussies, ook in de directe offline omgeving weerklank vinden. De aanzet tot maatschappelijke discussies vindt bij jongeren wel eerder online plaats. Jongeren ontvangen hun nieuws liever online, vooral in de vorm van satirische filmpjes, dan via het Journaal of de krant. Sociale betrokkenheid begint voor jongeren dus met het krijgen van informatie via sociale media. Daarna zorgen zowel online als offline discussies ervoor dat zij hier daadwerkelijk iets mee gaan doen.
Invloed van beroemdheden
De vraag is echter of dit voor alle jongeren geldt. Wellicht zijn het de al van zichzelf maatschappelijk betrokken jongeren die weerklank vinden in sociale media, terwijl het gros van de jongeren, en vooral pubers, zich daar liever niet mee bezig houdt. Bij de meeste tieners heerst toch het idee dat op sociale media alles ‘leuk’ en ‘gezellig’ moet zijn. Serieuze politieke discussies horen daar niet bij. Daarnaast bestaat wellicht ook de angst om heftige discussies – en daarmee negatieve reacties – uit te lokken op sociale media, of om over te komen als ‘te activistisch’.
Wat dat betreft kunnen beroemdheden een belangrijke invloed op jongeren hebben. Een beroemdheid die een politiek of sociaal betrokken statement maakt op sociale media, kan jongeren aanzetten hier met hun ouders of vrienden over te praten. Tijdens de landelijke verkiezingen van 2017 bijvoorbeeld, zetten bekende bloggers en vloggers jong volwassenen aan het denken over politiek en moedigden ze aan om te gaan stemmen. Zoals de 25-jarige Rotterdamse vlogger Bonnie Nottroth (Boncolor) met ruim 28.000 volgers op haar YouTube-kanaal. Hetzelfde geldt misschien voor die ene klasgenoot die wel maatschappelijk betrokken uitingen op sociale media loslaat. De meeste tieners zullen die misschien niet meteen liken of delen op sociale media, maar ze zien die boodschappen wel.
Social media superpowers: #Marchforourlives
De kracht van sociale media moet dus niet worden onderschat. Zolang er een paar invloedrijke personen hun stem laten horen op sociale media kan dit de opvattingen en gedragingen van jongeren veranderen. Dat zet hen wellicht aan tot meer sociale betrokkenheid. Maar het laat ook zien dat de offline omgeving een belangrijke rol speelt. Sociale betrokkenheid wordt vergroot door te praten over politieke en maatschappelijke onderwerpen die jongeren online tegenkomen. Dit kan ze net dat duwtje in de rug geven om zich ook daadwerkelijk in te zetten voor hun omgeving.
En in sommige gevallen hebben sociale media superpowers. Het massaprotest #MarchForOurLives voor een strengere wapenwet was groter dan de grootste demonstratie tegen de oorlog in Vietnam. Sociale media kunnen groepen mensen samenbrengen in ongeëvenaarde aantallen. En ook van nature minder activistische jongeren inspireren om zich aan te sluiten bij het protest van hun leeftijdgenoten.