Sommige mensen gaan tijdens de vakantie het liefst naar de zee, anderen zoeken de bergen op of genieten van bijzonder eten. Mijn partner Flor en ik gaan het allerliefste op hommelexpeditie, en omdat we vorig jaar naar Zweden zijn verhuisd, zijn hier vele nieuwe mogelijkheden voor. In Nederland hebben we 22 soorten hommels waarvan de meeste soorten ook in Zweden voorkomen. In Zweden heb je ook 16 soorten die niet in Nederland voorkomen, dus dit zijn precies de soorten die wij graag eens willen zien. Tijd voor een expeditie.

Zoals bij alle vakanties is het belangrijk om te kijken naar de bestemming. Voor onze hommelexpeditie was dat gemakkelijk. We maakten een lijstje van de soorten die we graag wilden zien en keken vervolgens op de kaart waar die voorkomen. Omdat we meerdere soorten wilden zien, zochten wij waar deze soorten samen voorkomen. Omdat we maar een week de tijd hadden, inclusief rijdagen, werd deze bergrug in Zuid-Lapland onze bestemming.

Bestemming van de hommelexpeditie: Zuid-Lapland

Bestemming van de hommelexpeditie: Zuid-Lapland

Doelsoorten

Bovendien was dit de eerste bijenexpeditie met onze zelfgebouwde biobus. In de biobus hebben we een plek voor alle veldgidsen en determinatieliteratuur, verlichting om tot diep in de nacht onze vondsten te bestuderen en zelfs onze eigen microscoop. Overdag dus op pad om foto’s te maken van nieuwe planten, wespen en natuurlijk de lokale hommels, en ’s avonds tijd om al deze soorten op naam te brengen. De bank en tafel kunnen we ombouwen tot een bed en de bus is voorzien van een keukentje en koelkast. Van alle gemakken voorzien. Het voordeel ten opzichte van een echte camper is dat onze bus veel kleiner is en daardoor hebben we in de natuur niet zo veel ruimte nodig. Ideaal dus voor onze expedities.

Tijdens deze expeditie hadden we een aantal doelsoorten. In de bergen zochten we naar: de poolhommel (Bombus polaris), de alpenhommel* (Bombus alpinus), de berghommel (Bombus balteatus), de rotshommel (Bombus monticola) en de laplandhommel (Bombus lapponicus). In het bos zochten we naar de taigahommel (Bombus cingulatus) en de wilgenroosjeshommel (Bombus sporadicus). In dit gebied komt ook de ruige hommel (Bombus wurflenii) en de monnikskaphommel (Bombus consobrinus) voor.

Monnikskaphommel

Monnikskaphommel

De skipiste

Op dag 1 hebben we halverwege een gesmolten skipiste een grote pluim Noorse monnikskap gevonden mét, jawel: de monnikskaphommel. Dit prachtige beestje heeft een ongelofelijk lange tong om nectar te halen uit de superdiepe monnikskap bloem en is dus de enige hommel die bij de nectar kan. Opvallend was dat we toch nog een andere hommel op de monnikskap tegen kwamen. Dit bleek de ruige hommel te zijn. Die staat erom bekend gaatjes te knagen in de diepe bloem. Daardoor kan hij toch van de nectar van de monnikskapbloemen drinken, maar kruipt niet langs het stuifmeel. Deze soort draagt dus niet bij aan de bestuiving van de bloem. De ruige hommel is voor dit gedrag speciaal uitgerust met dikke kartelige kaken.

De ruige hommel steelt nectar

De ruige hommel steelt nectar

De berg

Op de tweede dag gingen we op zoek naar de bergsoorten en klommen daarvoor naar een hoogte van ongeveer 1200 meter. Niet zoals de meeste andere wandelaars die netjes het pad volgden en rustig maar gestaag naar boven gingen. Nee, wij gingen dwars door de begroeiing, stonden lang stil om te luisteren naar gezoem om vervolgens een onhandig sprintje te trekken in een achtervolging van een hommel. Met een grote rugzak op en een netje in de hand.

Negen van de tien keer leidden dit soort sprintjes tot niets en zeker als de wind af en toe opzette waren de hommels in een flits verdwenen. Op een gegeven moment ving Flor een heel grote hommel met veel geel, maar tijdens het overzetten in het potje wist zij te ontsnappen. Dit was waarschijnlijk de berghommel, maar dat zullen we nooit zeker weten. Na acht uur over de berg hobbelen achter de hommels aan, waren we blij met het resultaat. We konden de laplandhommel en de rotshommel aan onze lijst toevoegen.

Lapland- of rotshommel

Lapland- of rotshommel

De hoogvlakte

Omdat we toch wel érg dichtbij de berghommel waren gekomen, wilde we nog een poging wagen op de hoogvlakte in de buurt. Helaas was de wind sterk en op de meeste plekken waar we onze bus stopten, bloeide niet veel. Tot we een veldje vonden met rode klaver. Dit is altijd een goede plant voor veel hommels. Al snel werden we beloond met een prachtige koningin berghommel op de rode klaver. Verder vlogen er veel rotshommels en laplandhommels rond. We konden meteen een opvallend kenmerk in het veld testen waarover we de voorgaande avond hadden gelezen. Blijkbaar ruiken de mannetjes van de laplandhommel erg sterk naar lindebloesem.

De hommel met de rode kont

Er was nog één hommel die ons steeds ontglipte. Op de berg zagen we verschillende grote zwarte hommels met een rode kont voorbij zoeven, maar de wind was harder dan wij konden rennen. Dus we zullen nooit weten wat die waren. Op de hoogvlakte bleek ook hoe lastig bijen soms te herkennen zijn. Zo zagen we een donkere rots- of laplandhommel een tijdje aan voor een poolhommel. Deze soorten lijken erg op elkaar. Om het zeker te weten moet je naar microscopisch kleine kenmerken kijken op bijvoorbeeld de poten of het hoofd.

Op de laatste dag in de bergen zijn we nog een keer naar boven gegaan. Opnieuw was er te veel wind en weinig bloemen. Af en toe scheerde een grote zwarte hommel onbereikbaar voorbij. Terwijl we weer naar de biobus in het dal afdaalden, vond ik naast mijn voet een dode hommel. Ze was supergroot, zwart en met een rode kont. Het zou toch niet? Onder de microscoop bleek het een lijkje van een alpenhommel te zijn, maar of dit nou telt voor onze lijst?

Berghommel op rode klaver

Berghommel op rode klaver

De volgende expeditie

Van de negen soorten die we hoopten te vinden, hebben we er in ieder geval nog drie over voor een volgende hommelexpeditie. De gele hommel bijvoorbeeld, die in Nederland al sinds 1968 is uitgestorven maar hier in Zweden, ook dicht bij ons huis, nog voorkomt. De volgende expeditie begint over twee weken. Dan gaan we veertien dagen naar de noordelijke plaats Abisko. Hier wordt veel onderzoek gedaan naar de Zweedse hommels. In Zweden zijn 38 soorten hommels, dus hebben we voorlopig nog genoeg te ontdekken met onze biobus.

*Niet al deze hommels hebben een Nederlandse naam, Voor het gemak heb ik de Zweedse naam naar het Nederlands vertaald.

** Na meer studie thuis bleek dat de laplandhommel en de rotshommel in dit gebied zo variabel te zijn dat we niet met zekerheid kunnen zeggen welke we gezien hebben.

Fotocredits:
Alle foto’s (c) Lisette van Kolfschoten. Met toestemming gebruikt.