Nederland heeft het beste voor met zijn jeugd. We willen kinderen en jongeren een goede start geven en een passend onderwijsplek bieden. Om diegenen op te sporen die zich in een kwetsbare situatie bevinden, zijn verschillende programma’s beschikbaar of in ontwikkeling. Hierin koppelen instanties een groot aantal gevoelige gegevens, met weinig oog voor de privacy van kinderen en hun ouders.
Kinderen en jongeren bevinden zich in een kwetsbare situatie wanneer zij door de omstandigheden thuis of in het onderwijs worden belemmerd in hun ontwikkeling. In de thuissituatie kan dit zich voordoen bij sociaal-economische problemen, een taalachterstand of als sprake is van verwaarlozing of mishandeling.
Passend onderwijs
In de onderwijssituatie kunnen leerlingen in hun ontwikkeling worden belemmerd als zij vergeleken met hun leeftijdgenoten (veel) moeite hebben met leren of juist (heel) makkelijk leren. Gebleken is dat zij méér motivatie-, functionerings- en prestatieproblemen hebben dan andere leerlingen.
Veel van die problemen ontstaan en verergeren door de manier waarop het reguliere onderwijs is georganiseerd. Leerlingen zitten meestal met leeftijdgenoten in de klas die wat betreft hun ontwikkeling heel verschillend zijn. Het aantal thuiszitters neemt niet af en meer jongeren verlaten zonder startkwalificatie (diploma mbo-2 of hoger, havo of vwo) het onderwijs. Dat zijn belangrijke signalen dat het onderwijs voor veel leerlingen niet passend is.
Om kinderen en jongeren in kwetsbare situaties te ondersteunen, heeft de overheid programma’s opgezet om hen een goede start en een passende onderwijsplek te bieden.
Goede start
Voor zo’n goede start zijn de eerste 1.000 dagen cruciaal. Dit is de periode van de conceptie tot de tweede verjaardag. Ook voor de ontwikkeling, de ontplooiing en de kansen op latere leeftijd is deze periode van groot belang. Daarom wil de overheid dat verloskundigen en medewerkers van consultatiebureaus mogelijke problemen vroegtijdig signaleren. Het ministerie van VWS lanceerde in 2018 het actieprogramma Kansrijke Start. Vooral ‘kwetsbare ouders krijgen passende ondersteuning, gericht op het wegnemen van stress en het bevorderen van sensitief ouderschap’.
Daarvoor zijn de samenwerkingsafspraken en het preventieve aanbod verbeterd van de verloskundige zorg, de consultatiebureaus en de Centra voor Jeugd en Gezin (CJG). De gemeenten voeren de regie. Inmiddels zijn 127 gemeenten begonnen met Kansrijke Start. Voor de periode 2020 tot en met 2022 is de inschrijving voor gemeenten op 1 november 2019 gesloten.
Big data
Naast dit actieprogramma start de Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) in 2020 de studie Kansrijke Start voor kinderen met behulp van big data. NWO onderzoekt of het mogelijk is om kinderen en gezinnen in kwetsbare situaties zo vroeg mogelijk op te sporen. Onder meer door de enorme hoeveelheden beschikbare gegevens over deze kinderen te analyseren.
Ook op regionaal en plaatselijk niveau lopen programma’s om (kwetsbare) kinderen en gezinnen in kaart te brengen en te ondersteunen. Het koppelen en delen van gegevens van die betrokken gezinnen is ook hier een belangrijk thema. Voorbeelden hiervan zijn te vinden op de Noord-Veluwe, in Amsterdam en in Hart van Brabant. In die laatste regio is in 2018 het project Smart Start begonnen. Hierin bieden professionals in de zorg, de hulpverlening en het onderwijs op basis van voorspellende data ondersteuning in kwetsbare wijken, bij huisartsen en op scholen.
Meldcode bij onveiligheid
Het bieden van een passende onderwijsplek is eveneens belangrijk om kinderen en jongeren in kwetsbare situaties te ondersteunen. De overheid wil daarom het aantal thuiszitters fors beperken. Om te voorkomen dat leerlingen thuiszitten omdat ouders en scholen er samen niet uitkomen, is in het regeerakkoord vastgelegd dat er een formele doorzettingsmacht moet komen. ‘Dwang als het niet anders kan […] als ouders ten onrechte een passend aanbod blijven weigeren en het kind daardoor niet naar school gaat.’ In het advies Met Andere Ogen en in het implementatieplan van de coalitie Onderwijs, Zorg en Jeugd is die doorzettingsmacht opgenomen.
Hoewel de doorzettingsmacht nog niet wettelijk is geregeld, bestaat er in de praktijk al een informele doorzettingsmacht. Scholen zijn wettelijk verplicht bij Veilig Thuis (Advies en Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling) een melding te doen in alle gevallen van structurele en acute onveiligheid. Van structurele onveiligheid is volgens de Meldcode onder meer sprake bij een hoog schoolverzuim, en van acute onveiligheid als de school vermoedt dat de ouder/verzorger (medische) klachten/aandoeningen bij het kind verzint of aandikt.
Na zo’n melding stelt Veilig Thuis een onderzoek in. Bij dit onderzoek wordt het meldpunt niet gehinderd door de privacywetgeving en geeft geen prioriteit aan waarheidsvinding. Na dit onderzoek biedt Veilig Thuis de ouders passende hulpverlening, waarbij drang en dwang een belangrijk ‘hulpmiddel’ zijn. Als ouders niet handelen volgens de ‘voorstellen’ van Veilig Thuis, wordt de Raad voor de Kinderbescherming ingeschakeld. Na onderzoek van de Raad kan via de rechter ondertoezichtstelling of uithuisplaatsing van het kind worden opgelegd.
Kinderen in de knel
In de praktijk komt het voor dat scholen ten onrechte een melding bij Veilig Thuis doen. Er zijn scholen die (zeer) makkelijk lerende of (hoog)begaafde leerlingen geen aangepast onderwijs kunnen of willen bieden. Deze leerlingen moeten zich aanpassen aan niet-passend onderwijs en een niet-passende omgeving. Hierdoor ervaren zij stress en ontwikkelen zij leer- en gedragsproblemen. Bij hoog schoolverzuim of het vermoeden dat ouders problemen verzinnen of aandikken, kan de school overgaan tot melding bij Veilig Thuis. Resultaat: als gevolg van een niet-passend schoolsysteem komen deze leerlingen en hun ouders ten onrechte in de knel.
De doorzettingsmacht heeft tot gevolg dat de privacy van het kind en de ouders in het geding is, maar ook dat de ouderlijk macht aan banden wordt gelegd.
Intentie goed, maar de privacy?
Hoewel de intenties van de overheidsinstanties en de medewerkers ongetwijfeld goed zijn, is het de vraag of die verschillende programma’s het recht op privacy en eerbiediging van het gezinsleven wel respecteren. Sommige grijpen terug op Getting it right for every child (Girfec) uit Schotland. Maar die Schotse wet is eerder juist vanwege schending van de privacy geschrapt. Het Supreme Court van het Verenigd Koninkrijk oordeelde in 2016 dat Girfec niet voldeed aan het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens (EVRM).
Ondanks alle juridische en publicitaire ophef in Schotland, slaat Girfec in verschillende regio’s in Nederland toch aan. Zo wordt het programma meerdere malen enthousiast en actief uitgedragen op de Fontys Hogeschool in Tilburg. De partijen die het Schotse programma uitdragen, spelen ook een rol in het project Smart Start in de regio Hart van Brabant. De wethouder van de gemeente Tilburg heeft aangegeven dit binnen afzienbare tijd te willen invoeren.
De Nederlandse programma’s voor kinderen en jongeren in kwetsbare situaties vormen een bedreiging van hun privacy. En dat geldt niet alleen voor de genoemde programma’s. Ook woningbouwverenigingen leren hun medewerkers zich te bemoeien met het gezinsleven van hun cliënten. Zij vragen bijvoorbeeld aan kinderen die ziek thuis zijn: “Moet jij niet naar school?”
Gaat het straks zover komen dat de privacy helemaal uit het zicht is en het gedrag van ouders en kinderen wordt beoordeeld met een score en bijgehouden in een systeem, vergelijkbaar met China?
Investeer in zorg en onderwijs
Het ‘grasduinen’ in (big) data, het breed delen hiervan, het gebruik van voorspellende data in kwetsbare wijken, de bemoeizorg van allerlei instanties, de werkwijze van Veilig Thuis en de doorzettingsmacht schenden de rechten van de mens, en in het bijzonder de privacy. De mensenrechten zijn niet voor niets vlak na de Tweede Wereldoorlog opgesteld. Ook al lijkt een werkwijze nu onschuldig, gegevens kunnen – gewild of ongewild – op enig moment op een kwalijke wijze worden misbruikt.
Als de overheid kinderen en jongeren in kwetsbare situaties wil ondersteunen, dan kan zij beter investeren in (verbetering van) zorg en onderwijs.
Hoofdfoto: Jan Alexander, via Pixabay.